18540 |
broek met split |
fluitbroek:
fløtbrok (K358p Beringen),
flø͂ͅtbrōk (K358p Beringen)
|
broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18197 |
broek: algemeen |
broek:
breok (K358p Beringen),
brok (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen),
brouk (K358p Beringen),
brōk (K358p Beringen),
brək (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
broek [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || Broek. Hoe is de juiste uitspraak van het woord broek (kledingstuk) ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
33985 |
broekkettingen |
kettinkjes:
kętęŋskǝs (K358p Beringen)
|
Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79]
I-10
|
24913 |
broekland, moeras |
kale broek:
køͅələbrok (K358p Beringen)
|
moeras, de natte weke grond zonder behoorlijke afwatering (moer, ven, vuilnis, voelgebreutenis?) [N 27 (1965)]
III-4-4
|
18423 |
broekspijp |
broekspijp:
brokspèpə (K358p Beringen)
|
pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18309 |
broeksriem |
broeksriem:
broksrim (K358p Beringen),
brōksrīm (K358p Beringen)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
achtertas:
axtərteͅs (K358p Beringen),
buidel op de kont:
buil op er kont (K358p Beringen)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
broeksenbuidel:
broksəbø͂ͅl (K358p Beringen),
broeksentas:
broksəteͅs (K358p Beringen)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
brôer (K358p Beringen),
1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1
brūūr (K358p Beringen)
|
broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broeder; dat is zijn broeder [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
21603 |
brompot |
brompot:
brompot (K358p Beringen)
|
Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|