e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deksel van de metalen gierton scheel: sxē.l (Beringen) De zinken gierton wordt van boven afgesloten met een deksel dat scharnierend bevestigd is aan de kraag van de vulopening. [JG 1a + 1b; N 11A, 54b; monogr.] I-1
dekzeil bâche: baš (Beringen) Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b] I-10
dempig dempig: dɛ.mpex (Beringen) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
denken denken: denk, denken (Beringen) ik denk, wij denken (of peinzen?) ik dacht het wel, wij dachten het ik heb het gedacht [ZND 08 (1925)] III-1-4
dennenappel denappel: verzamelfiches; ook ZND01, u 31  dɛnapəl (Beringen) dennenappel [ZND 01 (1922)] III-4-3
dennennaalden dennennaalden: dɛnənoel (Beringen), spelden: speͅ:lə (Beringen), spɛlə (Beringen) dennenaald [ZND 01 (1922)] || dennennaalden [Goossens 1b (1960)] III-4-3
dennenwortel hakken: hakə (Beringen), pielwortel: pēͅi̯əlwortəl (Beringen), post: poͅstə (Beringen) penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)] III-4-3
derde hooioogst nawei: nǭwęi̯ (Beringen) Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d] I-3
derdeling derling: dɛrleŋ (Beringen) Derde zwerm of tweede nazwerm. Na de eerste nazwerm of de tweede zwerm kan enkele dagen later een tweede nazwerm volgen. [N 63, 29c; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5, 7; L 1a-m; A 9, 6; monogr.] II-6
deugniet deugeniet: ook materiaal znd 23,4  deugeniet (Beringen), døgənit (Beringen, ... ), ondeugd: ondeugd (Beringen), ondeugend jong: ondeugdid jinek (Beringen) deugniet [ZND 01 (1922)] || een ondeugend kind [ZND 40 (1942)] || kent ge ook een woord of uitdrukking met dezelfde betekenis zonder het woord kind, b.v. een ondeugd, of iets dergelijks ? [ZND 40 (1942)] III-1-4