e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriend kameraad: kaməra.t (Beringen) vriend [RND] III-3-1
vriesweer koud (weer): koud weer.  kàt wēr (Beringen), vries: vries (Beringen), vriesweer: vriswēr (Beringen) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] || vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx vrieren: t vrīrə (Beringen), vriezen.  vrōr (Beringen), vriezen: vrizə (Beringen), vriezen.  gəvrōrə (Beringen), vrīzə (Beringen) vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)] || vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vroedvrouw vroedvrouw: vroetvroo (Beringen), wijsvrouw: wezvrō (Beringen), cf. WNT s.v. "wijsvrouw"-wijzevrouw, wiesvrouw, wiezevrouw  wijsvroo (Beringen) vroedvrouw [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
vroegmis eerste mis: d`ierste mes (Beringen), di:əstə mis (Beringen) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vrô. (Beringen), vrouwmens: vruməs (Beringen) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouwelijk jong van de geit lammetje: lęmǝkǝ (Beringen) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarsje: vi̯ē̜rskǝ (Beringen), vaarzenkalf: vi̯ē̜.rzǝ[kalf] (Beringen) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jaarling: jǭrleŋ (Beringen) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: henǝkǝ (Beringen) [N 19, 41a; monogr.] I-12