e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Berverlo

Overzicht

Gevonden: 1454
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweep van de koeherder smak: smak (Berverlo) Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146] I-11
zwenghout, spoorstok haamhout: hōmhāt (Berverlo), hǭmhāt (Berverlo) Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.] I-2
zwerm zwerm: zwɛrǝm (Berverlo) Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.] II-6
zwijmelen schravelen: sxrǭvǝlǝ (Berverlo) Onvast, langzaam en met moeite gaan, zonder richting te houden. [N 8, 73 en 83] I-9