| 24331 |
meikever |
bloedronker:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005
bloedronker (K318p Beverlo),
mulder:
mölder (K318p Beverlo),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005
meulder (K318p Beverlo),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005; met witte vleugels
mĕlder (K318p Beverlo),
ronkel:
rùnkel (K318p Beverlo),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005
roenkel (K318p Beverlo)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
| 20309 |
meisje |
meisje:
masjke (K318p Beverlo),
masjkə (K318p Beverlo),
mokje:
mokske (K318p Beverlo),
teef:
teef (K318p Beverlo),
wicht:
wicht (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo)
|
kind || meisje [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
| 18622 |
meisjesmuts met afhangende strook |
capeline (fr.):
kapəlen (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo)
|
meisjesmuts die nauw om het hoofd sluit en met een strook afhangt tot op de schouders [kaaper, kappelin, kapmöts] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18637 |
meisjespantalon met kanten pijpen |
kanten broek:
kantə brok (K318p Beverlo)
|
meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 22800 |
melden (kaartterm) |
aanmelden:
bij het kaartspel
aomelle (K318p Beverlo),
jassen:
in t kaartspel, betekenis van bieden
jasse (K318p Beverlo),
melden:
melle (K318p Beverlo),
bij het kaartspel
ik meld (K318p Beverlo),
bij het kaartspel bv ich mel
melle (K318p Beverlo)
|
Melden. (in welke betekenis wordt dat woord gebruikt? Geef de uitdrukking waarin het voorkomt, b.v. bij het kaartspelen, enz.). [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
| 21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləkbu.r (K318p Beverlo)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
| 24808 |
melkdistel |
kruidkoek:
kretkoek (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo,
K318p Beverlo),
lievevrouwdistel:
livraadissel (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo),
livraadistel (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo)
|
[ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] || Zachte melkdistel (voor konijnen) [ZND 23 (1937)]
I-7, III-4-3
|
| 19514 |
melkkannetje |
melkpotje:
\\ met een streep erboven is geen frings
mɛlkpø͂ͅtəkə (K318p Beverlo)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 17624 |
melktanden |
melktanden:
melktaan (K318p Beverlo)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 19137 |
menen |
menen:
mēͅjənə (K318p Beverlo)
|
menen [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|