e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oneerlijk(heid) niet eerlijk: ni-j ierlek (Beverlo), niet recht voor de vuist: ni-j rècht vur-e vōst (Beverlo), oneerlijk: ùnierlek (Beverlo), onrechtvaardig: ùnrèchtvjèreg (Beverlo) oneerlijk || onoprecht III-1-4
oneven, niet door twee deelbaar onpaar: ùnpoar (Beverlo, ... ), ùnpoor (Beverlo) oneven, niet gelijk III-4-4
onfatsoenlijk gemeen: gemêne (Beverlo) onfatsoenlijk III-1-4
ongedierte, algemeen ongediert: oͅngədirt (Beverlo), ongedierte: ùngedirte (Beverlo) gedierte, klein ~ (verzamelnaam voor insecten, wormen, spinnen enz.) [gediert, ongediert, gewörmt, ongesiefer] [N 26 (1964)] || ongedierte III-4-2
ongeordende hoeveelheid, chaos boel: boel (Beverlo, ... ), ps. boven de \\ staat nog een trema; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  boeəl (Beverlo, ... ), boerel: boerel (Beverlo, ... ), duivel: duvel (Beverlo, ... ), santerboetiek: santerpetik (Beverlo, ... ) boel [ZND 01 (1922)], [ZND 32 (1939)], [ZND 33 (1940)] III-4-4
onkuis schunnig: schunneg (Beverlo), slecht: slècht (Beverlo), vuil: vûîl (Beverlo) onzedelijk III-2-2
onnozel persoon mettekoe: mèttekoo (Beverlo), mutten: cf. Weijnen Et.Dialectwb. p. 133 s.v. "mutten"= pasgeboren kalf  môte (Beverlo), zeiker: zêker (Beverlo) onnozelaar III-1-4
onrijp niet rijp: ni-j rê"p (Beverlo), nog hard: nog hèd (Beverlo) onrijp III-2-3
onstuimige lucht zware lucht: zware lucht.  zwārə løxt (Beverlo) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt morgeneten: mör"genê"te (Beverlo), morgenskost: morgenskost (Beverlo), mör"geskost (Beverlo) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] || ontbijt III-2-3