e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
duivel beestachtig persoon; beestachtig: vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon  duuvel (Oirsbeek), duvel (Heerlerbaan/Kaumer), duivel:   de duuvel (Schinnen, ... ), den duuvel (Meerssen), den duvel (Sint-Truiden, ... ), den dūūvel (Schimmert), der duuvel (Epen, ... ), der duvel (Bocholtz, ... ), dēͅivəl (Bree), di-jvel (Bree), di[ə}vəl (Opoeteren), dievel (As, ... ), dievəl (Opglabbeek), divəl (Peer), dīvel (Bilzen, ... ), dīvəl (Beverst, ... ), dn duvel (Valkenburg), dr duivel (Waubach), dr duuvel (Nieuwenhagen), dr duvel (Gulpen, ... ), dr düvvel (Waubach), duevel (Heers), duuvel (Achel, ... ), duuëvel (Hoensbroek), duvel (Baarlo, ... ), duvəl (Loksbergen, ... ), duəl (Mechelen-aan-de-Maas), dūūvel (Nieuwenhagen), dūvel (Wijchmaal), dūvəl (Halen), dy(3)̄vəl (Berg, ... ), dy(3)̄vɛl (Tongeren), dy.vəl (Tongeren, ... ), dyvel (Maastricht), dyvəl (Eksel, ... ), däuvel (Kerkrade), dér duuvel (Terlinden), dövel (Montzen), dúvël (Hoeselt), dûvel (Baarlo), dər düüvəl (Montzen), helsən dy(3)̄vəl (Gelinden), nən dy(3)̄vəl (Leopoldsburg), ter dievel (Opoeteren), ter duuvel (Tongeren), ter duvel (Ell), ənə dy(3)̄vəl (Tongeren), emfatisch  ter duvel (Montfort), gierigaard:   duvel (Ulbeek), inrichting om de onderoven te verwarmen:   dīvǝl (Stokrooie), kaal knopkruid:   dȳvǝl (Sevenum), groeit overal waar de zaak verwaarloosd is  duuvel (Sevenum), lage kachel voor de ketel met was of veevoer:   dȳvǝl (Berverlo), luilak: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  duvel (Zepperen), mestkever:   dy:vəl (Tessenderlo), naoogstrijf:   dȳvǝl (Ospel), ongeordende hoeveelheid, chaos:   deuvel (Maaseik, ... ), dievel (Gruitrode, ... ), duivel (Houthalen, ... ), duvel (Beverlo, ... ), duvəl (Ophoven, ... ), dy(3)̄vəl (Hamont, ... ), dyval (s-Herenelderen, ... ), potkachel:   dūū.ëvel (Zonhoven), düvël (Tongeren), verkl. düvëlkë  düvël (Tongeren), schelm:   duivel (Waubach), soda:   dy(3)̄vəl (Sint-Truiden, ... ), sterke / ruwe kerel:   da`s ine ra dūvel (Wilderen), das ne ra-e duvel (Sint-Truiden), das ne raven duvel (Zepperen), dat is een rauwe dievel (Hasselt), deͅs nə rowən dyvəl (Neerpelt), wanmolen:   dȳ.vǝl (Vorsen) I-4, I-5, I-6, II-1, III-1-4, III-2-1, III-3-1, III-3-3, III-4-2, III-4-3, III-4-4