e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pinstokken (voor de slee) pikken: pekə (Beverlo) pikstokken waarmee de kinderen een slee (waarop ze zitten) voortduwen [N 08 (1961)] III-3-2
pissebed wild varken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  wild veͅrken (Beverlo) pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kern: kjêən (Beverlo), steen: stieən (Beverlo) kern, pit, steen v vrucht I-7
pit, kern van fruit kern: kjɛn (Beverlo), steen: steən (Beverlo) [RND 07] I-7
plaatsvervangende peetoom geleende peter: geleende peter (Beverlo), noodpeteren: nôetpeetərə (Beverlo) peter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware peter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)] III-2-2
plaatsvervangende peettante geleende meter: geleende meter (Beverlo), noodpeet: nôetpéét (Beverlo) meter die als plaatsvervanger optreedt, wanneer de ware meter niet aanwezig kan zijn? [ZND 37 (1941)] III-2-2
plak snee: Verklw. sneeke ö sneeke kees  snee (Beverlo) plak (dunne schijf) III-2-3
plankmis brouette (fr.): hè goeit baroewet (Beverlo), als men over de plank werpt op de errste kegel, zegt men:hij vleugt op den ieste; als men de plank raakt zodat de bol wegspringt voor de kegels, zegt men krant(moeilijk leesbaar), barrewet  barrewet (Beverlo) In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)] III-3-2
plattebuiskachel leuvense stoof: leuvense stoof (Beverlo), stoof: stōf (Beverlo) lange kookkachel, met langwerpige platte buis en zichtbaren pot [ZND 23 (1937)] III-2-1
plensbui, zware bui bijs: bɛis (Beverlo), een beis.  beͅis (Beverlo) zware plensbui [ZND B2 (1940sq)] || zware plensbui [zeng, schoer, sjoel, goersj] [N 22 (1963)] III-4-4