e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pikken aanbrengen van gaatjes in het deegbrood:   pekǝ (Heythuysen, ... ), boomvruchten stelen:   apəl pikkə (Eksel), freet pikke (Bilzen, ... ), freut pikkë (Hoeselt), fruit pikke (Kinrooi), fréét pikke (Eigenbilzen), pekə (Opglabbeek), pikke (As, ... ), pikken (Achel, ... ), plèkke gon (Bilzen), [buten is ontmannen van een varken/rund]  frűit pikke (Jeuk), brood uit het blik of van de plaat halen:   pikken (Heugem), darts:   piekken (Eksel), pikke (Genk), Bij 4 pijltjes kan ter 4 rozen pikken.  pekə (Niel-bij-St.-Truiden), Ss. piekklub: Vogelpikclub, dartclub.  piekke (Swalmen), doorn, stekel:   pekə (Zonhoven), pekən (Kermt), graan maaien met de zeis:   pekǝ (Beringen, ... ), ijs kappen:   pekǝ (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), inkappen, eerste slagen maken met de zicht:   pekǝ (Achel, ... ), kieskauwen:   pe.kə (Ingber), pekə (Meeswijk), pikhe (Maasbree), pikke (Gulpen, ... ), pikken (Buchten, ... ), pikkə (Geleen, ... ), pikkən (Urmond), pikke wie ?n mösj: kieskeurig eten  pikke (Sittard), kippen -kinderwoord: (enk)  pik (Hoeselt), kippen -werkwoord:   pekǝ (Munsterbilzen, ... ), pekǝn (Sint Huibrechts Lille), peʔǝ (Oostham), knabbelen:   pikke (Geleen), knikkers laten rollen:   pikke (Maasbree), kolen, kool delven:   pekǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), pikken (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Laura, Julia]), maaien met de zicht:   pekǝ(n) (Achel, ... ), peʔǝ(n) (Kerkhoven, ... ), pikǝ (Halen, ... ), pękǝ (Tessenderlo), met de luchthamer werken:   pikǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), met kleine hapjes eten:   pikke (Wijlre), pĭĕkkə (Valkenburg), onverantwoord kolen delven:   pikken (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Willem-Sophia]), pinstokken (voor de slee):   de peeken (Neeroeteren), de pikke (Kerkhoven, ... ), de pikken (Herk-de-Stad, ... ), də pikə (Borgloon, ... ), peeke (Rekem), peeken (Dilsen, ... ), peke (Neeroeteren, ... ), peken (Maaseik, ... ), pekkə (Velm), pekn (Lanklaar), pekə (Alken, ... ), pekən (Diepenbeek), pēkə (Kinrooi, ... ), pēəkə (Maaseik), pēͅkə (Neeroeteren), pieken (Hechtel, ... ), piekke (Hasselt, ... ), pik (Zonhoven, ... ), pik-en (Kwaadmechelen, ... ), pikke (As, ... ), pikken (Afferden, ... ), pikə (Herk-de-Stad, ... ), pikən (Zolder), poeken (Opoeteren), pééke (Bree), ɛinə pēək (Neerglabbeek), ⁄pekə (Tongeren), (op slee = ijsstoel).  pekə (Beverst), de laatste schwa is maar heel kleintjes bovenaan voor de n geschreven  də pekən (Diepenbeek), komt van piek  peeken (Reppel), kort  peeken (Kermt), meervoud: peeken  peek (Opoeteren), meestal in het meervoud gebruikt  de pikke (Nieuwerkerken), ps. is al omgespeld genoteerd!  pekə (Bokrijk), pēkə (Meeswijk), ps. omgespeld!  pikə (America), plakken:   pekǝ (Heel, ... ), plunderen:   pikke (Klimmen), sleeën:   (pikke) (Wellen), stelen:   pikken (Oostham), stelen, scheefslaan:   ēͅ ēͅgət zəch gəpəkt (Rotem), gepikt (Oostham), gepiktj (Geistingen), gəpik (Gelinden, ... ), gəpikt (Sint-Huibrechts-Lille, ... ), hij heͅt ət chəpik (Bommershoven), hè hēe get stillekes gepikt (Wijchmaal), hé hêet et gepikt (Eisden), pekkĕ (s-Gravenvoeren), pekkən (Peer), pikken (Eksel, ... ), pikkə (Sint-Truiden), pikkən (Bilzen), pökkə (Riksingen), əm hējət gəpekt (Halen), stiekem eten:   pikke (Doenrade, ... ), pikken (Stein), pikkə (Venlo), uitkomen van de eieren: Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!  pikke van een ei (Maasbree), vingers (spotnamen):   pikke (Hechtel, ... ), Mv.; Plat.  pikke (Swalmen), weggrissen:   pikke (Jeuk, ... ), pikken (Eksel, ... ), pikkë (Hoeselt) I-12, I-4, II-1, II-3, II-5, II-9, III-1-1, III-1-2, III-2-3, III-3-1, III-3-2, III-4-3