e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenboog regenboog: regenboog.  régəbóx (Beverlo) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bijsje: een.  bēͅžə (Beverlo) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: rêgere (Beverlo), rɛ̄gərə (Beverlo), regenen.  rēgənə (Beverlo) regenen [ZND A1 (1940sq)] || regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas permable (<fr.): pèrmejaabel (Beverlo), regenjas: rēgərjas (Beverlo), rêgerjas (Beverlo) regenjas || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenworm aardworm: jēͅrwərm (Beverlo), piering: pereŋg (Beverlo), perŋ (Beverlo), pierling: pirling (Beverlo, ... ), worm: wərm (Beverlo) pier || pier, aardworm [ZND B2 (1940sq)] || regenworm || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
reiken naar pakken naar: iets pakke (Beverlo) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reiskoffer valies (<fr.): De velieze woorte gemokt vur-e rê"s  velies (Beverlo) valies III-3-1
reseda rose dgypte (fr.): Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  rezit (Beverlo) [ZND 35 (1941)] I-7
rest in het glas klatsje: kletske (Beverlo), kleͅtskə (Beverlo) kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] III-2-3
restant vissen snoek: snùk (Beverlo) snoek III-4-2