22735 |
de plank missen |
brouette (fr.) gooien:
hè goeit baroewet (K318p Beverlo),
vleugen:
als hij over de plank werpt op den eersten kegel, zegt men hij vleugt op den ieste; als men de plank raakt zodat de bol wegspringt voor de kegels, zegt men kant, barrewet
hij vleugt op den ieste (K318p Beverlo)
|
In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
19639 |
de tafel afruimen |
de tafel wegdoen:
də tōͅfəl weͅx˂dun (K318p Beverlo),
kuismaken:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
kösmooke (K318p Beverlo),
leegmaken:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
leegmooke (K318p Beverlo)
|
afruimen || de tafel afruimen [N 01 (1960)]
III-2-1
|
19859 |
de tafel dekken |
de tafel gereed maken:
də toͅfəl gəriət moͅkə (K318p Beverlo),
gereed maken:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
gerie\"d mooke (K318p Beverlo)
|
de tafel dekken [N 01 (1960)] || dekken van tafel
III-2-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleike (K318p Beverlo)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
19716 |
de was doen |
wassen:
wasə (K318p Beverlo)
|
het linnen wassen [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijfselen:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
stèsele (K318p Beverlo)
|
stijven
III-2-1
|
20808 |
deeg |
deeg:
deeg (K318p Beverlo),
dieg (K318p Beverlo)
|
zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)]
III-2-3
|
19396 |
deken |
deksel:
dɛksəl (K318p Beverlo),
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
dèksel (K318p Beverlo),
sarge:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
sörie (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo),
sözie (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo)
|
beddedeken || deken [ZND A1 (1940sq)] || deken, bedbedekking
III-2-1
|
24407 |
dekken |
bespringen:
bespringe (K318p Beverlo),
laden:
laaje (K318p Beverlo)
|
dekken v dieren
III-4-2
|
19704 |
deksel |
deksel:
deksel (K318p Beverlo),
deksəl (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo),
scheel:
sxēl (K318p Beverlo),
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
scheel (K318p Beverlo)
|
deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] || deksel van een pan [N 02 (1960)]
III-2-1
|