18879 |
glimlachen |
greilachen:
wnt V, 644: greien: krijten, schreien
greelachen (K318p Beverlo),
staan greilachen:
wnt V, 644: greien: krijten, schreien
staan greelachen (K318p Beverlo)
|
hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
24316 |
glimworm |
nachtlichtje:
nachtlichteken (K318p Beverlo),
nachtlichtekes (K318p Beverlo)
|
glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)]
III-4-2
|
18957 |
gluiperd |
slinkse, een -:
slinkse (K318p Beverlo)
|
slinkaard
III-1-4
|
18956 |
gluiperig |
slinks:
slinks (K318p Beverlo)
|
slink
III-1-4
|
17786 |
goed luisteren |
goed luisteren:
goed ləsteren (K318p Beverlo),
goed ləstərə (K318p Beverlo)
|
goed luisteren [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
19834 |
goede kamer, ontvangkamer |
voorplak:
spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)
veurplak (K318p Beverlo),
vurplak (K318p Beverlo)
|
voorplaats, voorkamer
III-2-1
|
21477 |
goedkoper |
beterkoop:
bê"terekoe"p (K318p Beverlo)
|
beterkoop
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
flap:
flab (K318p Beverlo),
goede kloot:
gùje kloe"t (K318p Beverlo),
goedzak:
nə gutzak van nə mens (K318p Beverlo),
klootzak:
kloe"tzak (K318p Beverlo),
lobbe:
lōbbe (K318p Beverlo),
sok:
zok (K318p Beverlo)
|
een goedzak van een mens [ZND B1 (1940sq)] || goedzak
III-1-4
|
17903 |
gooien |
gooien:
goͅiə (K318p Beverlo),
smijten:
smèətə (K318p Beverlo),
werpen:
wərpə (K318p Beverlo)
|
gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || smijten [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
20392 |
gouden bruiloft |
gouden bruiloft:
gaa brölöft (K318p Beverlo)
|
gouden bruiloft
III-2-2
|