e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
saus saus: sóws (Beverlo) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooi: savūiə (Beverlo), savooie: savuəjə (Beverlo), savooikool: səvuəj kyəl (Beverlo) [Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
schaats schaberdijn: schabberdijn (Beverlo), schaverdijn: schaverdijn (Beverlo) Schaats. III-3-2
schaatsen schaberdijnen rijden: schabberdijne rij-je (Beverlo) Schaatsen(rijden). III-3-2
schaden schaden: schooje (Beverlo) schaden III-1-4
schaduw, lommer koeleschaai: kuuleschooj (Beverlo), wēͅ zettən en də kylə sxōͅe (Beverlo), lommer: we zitte inne loemer (Beverlo), we zitten in de lommer (Beverlo), lommerte: lùmmer(t) (Beverlo), schaai: schooj (Beverlo), schóój (Beverlo), we zitte inne schaoj (Beverlo) lommer, schaduw || schaduw (lommer) [RND] || Schaduw. Wij zitten in het lommer,... in de schaduw. [ZND 37 (1941)] III-4-4
schafttijd schofttijd: sxoftɛət (Beverlo) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: ən sxan (Beverlo) Een schande. [ZND A1 (1940sq)] III-3-3
schapenvet schapenvet: Syst. Frings  sxōpəveͅt (Beverlo) Schapevet (ongel?) [N 16 (1962)] III-2-3
schede messenschede: mɛsəsxāj (Beverlo) schede, lederen ~ waarin een mes wordt bewaard [N 20 (zj)] III-2-1