e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzel, bevroren neerslag ijzel: hijsel (Beverlo), hijzel (Beverlo), hêëzel (Beverlo), ijzel.  ēͅzəl (Beverlo) ijzel [ZND 36 (1941)] || ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: heͅesəlt (Beverlo, ... ), hijzele (Beverlo), hy(3)̄selt (Beverlo, ... ), hêëzele (Beverlo), ijzelen.  ēͅzələ (Beverlo) ijzelen [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] || ijzelen, bevriezen van neerslag III-4-4
ijzertje onder een schoen ijzertje: ēͅzərkəs (Beverlo), ijzerke (Beverlo), plaatje: plötteke (Beverlo), plətəkə (Beverlo) ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)] III-1-3
in alle haast hoeter de foeter: hoeter de foeter (Beverlo, ... ) gauw, gauwte || rap (zie ook gauw en snel) III-1-4
in de tuin werken hoven: spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  hoove (Beverlo) hovenieren III-2-1
in een beek baden baden: in en beek booiën (Beverlo), in n beek booje (Beverlo) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in lompen gekleed armelijk gekleed: èrmelek geklie"d (Beverlo), armoedig: èremùjeg geklie"d (Beverlo) sjofel (gekleed) III-1-3
in verwachting zijn groot gaan: groe"t gön (Beverlo), in positie zijn: i peziesie zèn (Beverlo), vol zitten: vol zitte (Beverlo), z zijn: zoe"zèn (Beverlo) zwanger (zijn) III-2-2
ingetogen ingestoken: igestooke (Beverlo) ingetogen (niet uitbundig) III-1-4
ingewanden darmen: deͅrmə (Beverlo) de ingewanden [ZND B1 (1940sq)] III-1-1