e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inzouten zouten: zaate (Beverst) zouten [ZND 08 (1925)] III-2-3
italiaan italiaan: Italijaon (Beverst), italiaander: Italijoəndər (Beverst) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jaarring ring: ręŋ (Beverst) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  jelous (Beverst) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jas: algemeen jas: hij es voader zenne jas en moeder her geld; voader zen koe en voader zennen houd (Beverst), pit: pit (Beverst) jas [ZND 08 (1925)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] III-1-3
jeugd, jongelieden jongvolk: joengvolk (Beverst) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jeuken jeuken: jēəkə (Beverst), jeukselen: jēiksələ (Beverst) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht jicht: jeX (Beverst) jicht [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jonk (Beverst) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jonk (Beverst) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2