28708 |
naaien |
lappen:
lapǝ (Q072p Beverst)
|
Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.]
II-7
|
18184 |
naakt |
bloot:
blōt (Q072p Beverst)
|
bloot [ZND A2 (1940sq)]
III-1-3
|
34407 |
naar de ram brengen |
leiden:
lē.ǝ (Q072p Beverst)
|
Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34013 |
naar links |
haar:
hār (Q072p Beverst),
haar-om:
hār um (Q072p Beverst),
haar-op:
hār ǫp (Q072p Beverst)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
34014 |
naar rechts |
hut:
høi̯t (Q072p Beverst)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
Frings
nāxtəgōͅəl (Q072p Beverst),
IPA, omgesp.
nāxtəgōͅəl (Q072p Beverst)
|
nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24214 |
nachtzwaluw |
nachtzwalmer:
IPA, omgesp.
nāxswølmər (Q072p Beverst)
|
nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34179 |
nageboorte van de koe |
bed:
bē̜t (Q072p Beverst)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
33881 |
nageboorte van het paard |
bed:
bęt (Q072p Beverst)
|
Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55]
I-9
|
17770 |
nagel |
nagel:
naogel (Q072p Beverst),
nōͅgəl (Q072p Beverst, ...
Q072p Beverst)
|
[ZND 30 (1939)]een nagel [ZND A1 (1940sq)] || een nagel, (nagels) [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|