e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

Gevonden: 2943
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderen donderen: donnere (Beverst, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donderx donder: donner (Beverst, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenkel (Beverst), donkel (Beverst), duister: deister (Beverst) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe donkerrood (bijvgl. nmw.): duŋkǝlrōǝt (Beverst) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dood (adj. schertsend bedoeld het is afgelopen: znd 23, 022b;  ’t ees of geloopen (Beverst), is hoek om: znd 23, 022b;  ees hoek um (Beverst), kapot: znd 23, 022b;  kepot (Beverst), naar het pieringenlandje: znd 23, 022b;  noi ’t pieringelendje (Beverst) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  dood (Beverst), doot (Beverst) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dōt (Beverst), dóód (Beverst), dóówt (Beverst) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dood (Beverst) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodsteken bloed steken: blut stęjkǝ (Beverst) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doof doof: he ees zoo douf as en troeffel (Beverst), hej ès zō doof als n troeffel (Beverst) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1