e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

Gevonden: 2943
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
homp, brok, klont klot: klot (Beverst) kluit [ZND 28 (1938)] III-4-4
hond hond: hond (Beverst, ... ) hond [ZND 08 (1925)], [ZND 21 (1936)], [ZND m] III-2-1
hondenhok hondsstal: hoͅntsstal (Beverst) hondenhok [ZND 38 (1942)] III-2-1
honger hebben honger hebben: huŋər høbə (Beverst) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honing: hū.ǝneŋ (Beverst) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
honingpers pers: pā.s (Beverst) Apparaat waarmee de gevulde honingraten geperst worden om zo de honing te oogsten. De honingpers was al in gebruik bij de korfteelt. Men kent verschillende vormen vervaardigd van onder meer eike- of beukehout. Een honingpers is voorzien van een kuip waarin de geperste honing opgevangen wordt. Verder is er een hendel en een schroef waarmee men het persblok vastdraait op de zak met ruwe honing. [N 63, 122a; JG 1a+1b; JG 2b-5; N 63, 122c; monogr.] II-6
hoofd kop: de oehren van zenne kop (Beverst), koͅp (Beverst, ... ) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een kop [ZND A1 (1940sq)] || hoofd [N 10b (1961)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bol: boͅl (Beverst), smoel: smul (Beverst) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdbalken van de eg balken: (sg ba.lǝk)  ba.lkǝ (Beverst), zijbalken: zē̜i̯ba.lkǝ (Beverst) De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.] I-2
hoofdbord kop: kǫp (Beverst) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13