e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver terwarsdrijver: terwieësdraaiver (Bilzen), wōͅ nən terwiesdraivər (Bilzen), wringer: woa ne wringer (Bilzen) dwarsdrijver [ZND 01 (1922)] || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsklampen traverses: travē̜rs (Bilzen) De horizontale planken in het geraamte van de deur met vergaring. [N 55, 23c] II-9
dwaze streek gekke kuren: gekke kûren (Bilzen), kinderstreek: dat es en kenderstre[i}k, (Bilzen) Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)] III-1-4
dwingen dwingen: dveͅŋə (Bilzen) dwingen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): o de kolonje (Bilzen), oodeklonj(e) (Bilzen), oodkolonj (Bilzen), keuls water: Keuls wotter (Bilzen) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] III-1-3
eczeem eczema: êkzeema (Bilzen), jeuksel: i.e. jeuk.  iëksel (Bilzen), uitslag: autslaog (Bilzen) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
eed eed: eed (Bilzen, ... ), ēd (Bilzen), ēt (Bilzen) eed [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || een eed [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ook ZND 02, 008  eekieenke (Bilzen) eekhoorn [ZND 01 (1922)] III-4-2
eelt, eeltknobbel blein: blaain (Bilzen), gezwel: é gezwel in z`n haan (Bilzen) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
een april eerste april: den eisten april (ɛt ès den eisten april! prilgêk! staek zɛn naos èn de bêssemestêk!) (Bilzen) de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)] III-3-2