e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enkel enkel: ich əp mənən enkəl kəpot gəstōətən (Bilzen), inkel (Bilzen), zijn inkel staute (Bilzen), zijn inkel stekke (Bilzen) enkel [ZND 01 (1922)] || ik heb mijn enkel stuk gestooten [ZND 01u (1924)] || zijn enkel stuk stoten [ZND 01 (1922)] III-1-1
enten griffelen: grefələ (Bilzen), griffele (Bilzen), griffelen (Bilzen) [RND 08] [ZND 01 (1922)] [ZND 34 (1940)] I-7
entre-deux entre-deux: entre-deux (Bilzen), zwijl: zwęjl (Bilzen) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop omslag: himslōōg (Bilzen), umlog (Bilzen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie overgang: nen iëvergank (Bilzen), ziekte die smet: de zikte smet (Bilzen), B.v. t vont smèt, gezegd als kind naar pater of mater aardt: doopvont is besmettelijk.  iet dat smèt (Bilzen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
ergens buiten het hok blijven zitten blijven zitten: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ze bleive zitte (Bilzen), loeren: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  loēre (Bilzen), niet ingaan: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ze gon nie èn (Bilzen) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2
ernstig menens: ’t es meines (Bilzen), ’t es mijnens (Bilzen) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Bilzen) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Bilzen), pepeltjes: vrucht  piepelkes (Bilzen) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] || gewone esdoorn, vrucht van [DC 69 (1994)] III-4-3
espagnolette basculeslot: bǝskølslūǝt (Bilzen) Toestel waarmee een draairaam gesloten kan worden. Het bestaat uit een vierkante of ronde staaf die in het midden als heugel is bewerkt en waarop het aan de kruk zittende rondsel werkt. Door het overhalen van de kruk bewegen de delen van de staaf zich naar elkaar toe. In gesloten toestand bevinden de uiteinden van de staaf van de espagnolette zich in aan de boven- en onderdorpel van het kozijn bevestigde ogen. [N 54, 95; monogr.] II-9