e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele kwikstaart geel kwikstaartje: ook: gael lankstêtsje  gael kwikstêtsje (Bilzen), geel langstaartje: (volgens een van de zegslieden een andere soort! ook: gael kwikstêtsje  gael lankstêtsje (Bilzen), koeheerdje: kueətšə (Bilzen), koemelker: kumɛlkər (Bilzen) kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] || kwikstaart, geel (Motacilla flava flava L.) [Lk 04 (1953)] III-4-1
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Bilzen), paardsbonen: pīǝdzbǫu̯nǝ (Bilzen) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele voederwortel voederwortelen: vǫi̯ǝrwǫtǝlǝ (Bilzen) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
gelijken (op) gelijken: gelei(e)ke (Bilzen), geleiken (Bilzen), gelijken (Bilzen), trekken: treͅkə (Bilzen) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
gelijkspel boef: boef (Bilzen) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
gelijkspelen boef spelen: boef spiële (Bilzen), gelijkspelen: gelijk spiële (Bilzen, ... ), quitte spelen: kit spiële (Bilzen), zijn inzet terug hebben: zɛne ènzèt trèghébbe (Bilzen) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
gelijktijdig lossen meteen lossen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ze wiëne mètee gelos (Bilzen) het gelijktijdig lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
gelijkvijlen, gelijkraspen gelijkvijlen: gǝlęjk˲vājlǝ (Bilzen) Met een houtvijl of houtrasp een werkstuk mooi gelijkmaken, bijvoorbeeld nadat onderdelen daarvan zijn samengevoegd. [N 53, 158c] II-12
geloof geloof: geloof (Bilzen), het ze geloof verlëren (Bilzen), hēͅ hät zə gəlōf vĕrloerə (Bilzen) Geloof. [ZND 01 (1922)] || Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloven geloven: geleeve (Bilzen), geleeve(n) (Bilzen), geleeven (Bilzen), gelièven (Bilzen), gəlevən (Bilzen) Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)] III-3-3