17710 |
geluidloos een wind laten |
een veest laten:
en vīēs lotte (Q083p Bilzen),
lossen:
eene losse (Q083p Bilzen),
zich in de vinger snijden:
B.v. doe het zich hooj eene ferm en zene vinger gesnie.
zich èn zene vinger snooje (Q083p Bilzen)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19099 |
geluk |
geluk:
gelek (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
gəluk (Q083p Bilzen)
|
een geluk [ZND A1 (1940sq)] || Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
geluksvogel:
geleksvouwgel (Q083p Bilzen),
⁄n geleksvogel (Q083p Bilzen)
|
Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
19101 |
gemak |
gemak:
ook ZND 23, 076
gemaak (Q083p Bilzen),
gemoaëk (Q083p Bilzen),
gĕmōͅk (Q083p Bilzen)
|
gemak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
ook materiaal znd 23, 77
geme͂kelik (Q083p Bilzen),
gemäkələk (Q083p Bilzen),
gemèkelek (Q083p Bilzen),
simpel:
ook materiaal znd 23, 77
simpel (Q083p Bilzen)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
25527 |
gemalen en gezuiverd graan |
bakmeel:
bakmęǝl (Q083p Bilzen)
|
Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80]
II-1
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
rogge:
ręgǝ (Q083p Bilzen),
tarwemeel:
tɛrfmęǝl (Q083p Bilzen)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|
22441 |
gemaskerd persoon |
hoer?:
hoer (Q083p Bilzen),
mom:
moem (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] || Maskeraad (gemaskerd persoon). [ZND 01 (1922)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gəmēn (Q083p Bilzen),
ook materiaal znd 23, 79
gemeen (Q083p Bilzen),
gĕmēn (Q083p Bilzen)
|
gemeen [ZND A2 (1940sq)] || gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeente (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen)
|
gemeente [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|