e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haarvlecht haarstreng: hoərstrɛŋ (Bilzen), hiepje: hiepke (Bilzen), staart: stat (Bilzen), tres: Kleine vlecht.  três (Bilzen), vlecht: vlèch (Bilzen) een haarvlecht [ZND 35 (1941)] || haarvlecht (alg.) [N 114 (2002)] III-1-1
haarwormen klein wormpje: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  kleen wérmkes (Bilzen), ziekte in de pluimen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’n zikde èn de ploemme (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: haarwormen (komen in grote hoeveelheden voor)? [N 93 (1983)] III-3-2
haas haas: hāōs (Bilzen) haas [Willems (1885)] III-4-2
haasje-over bokkenspringen: /  bokkespringen (Bilzen), bokspringen: bok sprènge (Bilzen), bokspringe (Bilzen, ... ), boksprènge (Bilzen, ... ), /  bok sprènge (Bilzen), boksprènge (Bilzen), haasjespringen: haoske sprènge (Bilzen), over vort springen: /  jéver voert springe (Bilzen), paardjespringen: piëdsje sprènge (Bilzen) / [SND (2006)] || bok springen [SND (2006)] || haasje-over-springen [SND (2006)] || het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag] [N 112 (2006)] III-3-2
haastig gejaagd: gejāx (Bilzen), gəjōͅx (Bilzen), gepresseerd: gepressejerd (Bilzen, ... ), gəpreͅsi̯ērt (Bilzen), gəpreͅs’ērt (Bilzen), haastig: heistig (Bilzen) Grooten haast hebben [ZND 26 (1937)] || haastig [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-1-4
hagedis hagedis: hōgedis (Bilzen), slangtis: slangtis (Bilzen), ook in ZND 01u, 168  slangtis (Bilzen) hagedis, de gewone, lacerta agilis [ZND 47 (1950)] || hagedis, muurhagedis [ZND 01 (1922)] III-4-2
hagelen hagelen: hoagele (Bilzen) hagelen [ZND 01 (1922)] III-4-4
hagelsteen, hagelkorrel hagelsteen: hoagelsteen (Bilzen) hagelsteen [ZND 01 (1922)] III-4-4
hagelsteen, hagelkorrel (mv.) hagelsteen: hogelsteen (Bilzen), ōͅgəlstēən (Bilzen) hagelsteen, zo dik als ... [ZND 26 (1937)] III-4-4
hagelx hagel: ho-agel (Bilzen) hagel [ZND 01 (1922)] III-4-4