e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hanebalk trekker: trękǝr (Bilzen) De doorgaans dubbel uitgevoerde horizontale balk die de spantbenen met elkaar verbindt. Om het doorzakken van de hanebalk te voorkomen wordt aan de bovenzijde ervan de makelaar gemonteerd. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Makelaar' en afb. 49l. [N 54, 165a; N 54, 165b; monogr.; div.] II-9
hangen hangen: ange (Bilzen), hangen (Bilzen), haŋə (Bilzen), hāngen (Bilzen) hangen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
hangende muur niet lood: ni lǫwt (Bilzen), scheef: šēf (Bilzen) Muur die naar buiten overhelt. Wanneer zo'n muur in Q 19 met behulp van het schietlood werd gecontroleerd, zei men: 'het lood hangt vrij' ('ǝt lwǫat heŋk ˲vrij'). [N 31, 11a; N 31, 11c; monogr.] II-9
hangslot hangslot: haŋsloͅət (Bilzen), kluister: klōu̯stər (Bilzen) hangslot [ZND 06 (1924)] III-2-1
hansworst hansworst: hauswos (Bilzen) Polichinelle. [ZND 05 (1924)] III-1-4
hard schreeuwen hel keken: de moes hel kèken, aanders versteet er os nie (Bilzen), mien moett hèll kêken anes versteeter oss nie (Bilzen) Men moet hard schreeuwen, anders verstaat hij ons niet. Men: wordt dit woord wel gebruikt in uw dialect? Zoniet, door welk voornaamwoord wordt men weergegeven? [ZND 04 (1924)] III-3-1
hard vriezen hel (vriezen): hel (Bilzen) het vriest hard [ZND 08 (1925)] III-4-4
hard, snel vliegen hel vliegen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  hêl vliēge (Bilzen) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: hard, snel vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
harde puntslag van een priktol piek: piek (Bilzen), pinko: (nog fig., niet alg.: das -! dat is een zwaar karwei)  pinko (Bilzen) een harde puntslag van een priktol op een andere die ligt of draait [pramooi, pikadder, pug, peg, punk, piek, piko, keek, mok] [N 112 (2006)] III-3-2
hardingsbak lesbak: lęs˱bak (Bilzen), tob: tǫb (Bilzen) De bak met de hardingsvloeistof of water waarin het gloeiende voorwerp wordt gedompeld tijdens het harden. [N 33, 341] II-11