24323 |
hom |
melker:
mélker (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24324 |
hommel |
hommel:
hoĕmmel (Q083p Bilzen),
ook in ZND 01, a-m
hoemel (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [ZND 27 (1938)]
III-4-2
|
25062 |
homp, brok, klont |
klot:
klot (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
kluit [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
19784 |
hond |
hond:
hond (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
hōnd (Q083p Bilzen),
hoͅnt (Q083p Bilzen),
ond (Q083p Bilzen),
oͅ.nt (Q083p Bilzen)
|
hond [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)], [ZND 21 (1936)], [ZND m], [ZND m]
III-2-1
|
19782 |
hondenhok |
hondskot:
hoͅntskoͅt (Q083p Bilzen),
hondsstal:
hoͅntsstal (Q083p Bilzen)
|
hondenhok [ZND 38 (1942)]
III-2-1
|
34567 |
hondenkar |
hondskar:
hǫnskār (Q083p Bilzen)
|
Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr]
I-13
|
21043 |
honing |
honig:
ownex (Q083p Bilzen),
honing:
hoǝniŋ (Q083p Bilzen),
huǝneŋ (Q083p Bilzen),
hū.ǝneŋ (Q083p Bilzen),
oǝ.neŋ (Q083p Bilzen)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
28675 |
honingpers |
pers:
pãs (Q083p Bilzen),
pā.s (Q083p Bilzen)
|
Apparaat waarmee de gevulde honingraten geperst worden om zo de honing te oogsten. De honingpers was al in gebruik bij de korfteelt. Men kent verschillende vormen vervaardigd van onder meer eike- of beukehout. Een honingpers is voorzien van een kuip waarin de geperste honing opgevangen wordt. Verder is er een hendel en een schroef waarmee men het persblok vastdraait op de zak met ruwe honing. [N 63, 122a; JG 1a+1b; JG 2b-5; N 63, 122c; monogr.]
II-6
|
17570 |
hoofd |
kop:
kop (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
een kop [ZND A1 (1940sq)] || hoofd [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
34638 |
hoofdbord |
kop:
kǫp (Q083p Bilzen)
|
Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr]
I-13
|