e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
illustratie illustratie (<fr.): illustroasie (Bilzen) illustratie [ZND 01 (1922)] III-3-1
in beweging komen (zich) bewegen: bewaege (Bilzen), (zich) roeren: zich riere (Bilzen), bougeren (<fr.): boezjiëre (Bilzen), op gang komen: op gang koëme (Bilzen), vertrekken: vertrèkke (Bilzen) In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)] III-1-2
in de lucht naaien in de locht naaien: ęn dǝ lǫx nēǝ (Bilzen) Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b] II-7
in de rug slaan (met de vuist) dof geven: nen doef gaeve (Bilzen), doffen: doĕffe (Bilzen), stompen: stoĕmpe (Bilzen), tokken: Met kneukels, vuil heimelijk.  toĕkke (Bilzen) Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)] III-1-2
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] doffen: (eerder met de vuist)  doeffe (Bilzen) met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen] [N 112 (2006)] III-3-2
in de was zetten boenen: bǫwnǝ (Bilzen), boensel opdoen: bǫwnsǝl ǫp˱dūn (Bilzen), in was zetten: ęn was ˲zętǝ (Bilzen), met was insmeren: męt was˱ ensmē̜rǝ (Bilzen) Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.] II-12
in dessin belijmen in dessin plekken: ɛn dęsẽ̜ plɛkǝ (Bilzen) Het grondhout volgens een bepaalde tekening beplakken met fineer. Zie ook het lemma ɛfriserenɛ.' [N 56, 25] II-12
in een beek baden baderen: moeilijk leesbaar  en een beeïk bojjerə gou (Bilzen) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in elkaar grijpen ineenkammen: enēnkamǝ (Bilzen), kammen: kamǝ (Bilzen) Het in elkaar grijpen van kammen en staven. Het aswiel van de standerdmolen loopt rechtstreeks in één of meer rondsels of bonkelaars boven het staakijzer; dat van de Hollandse molen loopt in een rondsel of in een bonkelaar die op zijn beurt weer meerdere rondsels boven staakijzers kan aandrijven. Bij de watermolen grijpen de kammen van het aswiel in het algemeen in de staven van een rondsel onder het staakijzer of, bij een molen met meer steenkoppels, in een rondsel dat een groot horizontaal wiel, het kroonrad, aandrijft. Het kroonrad kan op zijn beurt één tot vier rondsels in beweging brengen. [N O, 11a; Vds 94; Jan 113; Grof 104] II-3
in goede conditie (zijn) in conditie (zijn): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  z’ ès èn kondiēse (Bilzen), in vorm (zijn): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  z’ ès èn form (Bilzen) Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)] III-3-2