e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ledikantschroef bedschroef: bętšrūf (Bilzen), kastenschroef: kasǝšrūf (Bilzen), kastschroef: kasšrūf (Bilzen) Speciaal soort schroef waarmee de zijsponde van een bed aan hoofd- en voetensponde wordt vastgemaakt. In de ronde kop van de schoef is een gat aangebracht waarin een schoevendraaier of, aldus de respondent uit Bilzen (Q 83), een drevel kan worden gestoken om de schroef aan te draaien. Om de ledikantschroef te kunnen bevestigen wordt in de zijsponde een gleuf uitgehakt. Zie ook afb. 176. De schroef wordt ook wel gebruikt om zij- en bovenkant van kasten met elkaar te verbinden. [N 54, 111] II-12
leefnet leefnet: laefnèt (Bilzen, ... ), ɛt laefnèt (Bilzen), visnet: vèsnèt (Bilzen, ... ) het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar] [N 112 (2006)] III-3-2
leeftijd, ouderdom ouderdom: adderdoem (Bilzen) ouderdom [ZND 05 (1924)] III-2-2
leeg, gezegd van een noot kwaad: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  koaie nēēt (Bilzen) loze noot [ZND 30 (1939)] III-2-3
leeg, niets bevattend leeg: liëg (Bilzen) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
leegloper leegloper: ook materiaal znd 30, 4  leegleeper (Bilzen), lieëgleper (Bilzen) leegloper [ZND 01 (1922)] III-1-4
leem, pijpaarde leem: léèm (Bilzen) leem [ZND 01 (1922)] III-4-4
leep, doortrapt uitgeslapen: outgeslaope (Bilzen) doortrapte kerel [ZND 30 (1939)] III-1-4
leerjongen leerjong: lęjrjuŋ (Bilzen), loopjong: lōpjuŋ (Bilzen) De jongste knecht in het timmerbedrijf die onder leiding van een ervaren vakman het vak leert. [N 55, 172c; N 55, 173a-b] II-12
leerling schoolkind: šoəlkent (Bilzen) schoolkind [ZND 12 (1926)] III-3-1