e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luilak luierik: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  luierik (Bilzen), vuillap: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  vaullap (Bilzen) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: goed lésteren (Bilzen), leistere (Bilzen) goed luisteren [ZND 30 (1939)] || luisteren [ZND 01 (1922)] III-1-1
luizen luizen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  loojs (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: luizen [N 93 (1983)] III-3-2
luizen add. kleine luisjes: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  kleen loojskes (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: luizen [N 93 (1983)] III-3-2
luns leun: lēǝn (Bilzen), līǝn (Bilzen) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11
lurken zuiken: zauke (Bilzen) hoorbaar zuigen aan een pijp [N 80 (1980)] III-2-3
lusje van de ceintuur litsje: Aan het kledingstuk.  litske (Bilzen), passantje (<fr.): Op de ceintuur. [Van Dale: I. passant (&lt;Fr.), 5. bandje, reepje, alleen aan de uiteinden vastgemaakt (aan een broekband b.v.) zodat er een riem, band onderdoor gestoken kan worden; - schouderbedekking aan uniformen]  e passàntsje (Bilzen), stropje: Aan het kledingstuk.  strèpke (Bilzen) Hoe noemt U: een lusje van de ceintuur? [N 62 (1973)] III-1-3
lust hebben om te luieren goesting: goesting vér te lijesteren (Bilzen) lust om te luieren [ZND 35 (1941)] III-1-4
lusten gaarne hebben: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  heb gon (Bilzen), lusten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  liste (Bilzen) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] III-2-3
maagdenzwerm zwermzwerm: zwɛrǝmzwę.rǝm (Bilzen) Eerste zwerm uit een bijenvolk dat zelf dat jaar uit een normaal afgevlogen voorzwerm is ontstaan. [N 63, 37b; JG 1a+1b; JG 2b-5, 8; N 63, 37e; A 9, 6; monogr.] II-6