32097 |
meubelmakersbedrijf voor fijne meubelen |
ébénisterie:
ēbǝnestǝrāj (Q083p Bilzen)
|
Meubelmakersbedrijf dat fijne meubels maakt. [N 55, 177c]
II-12
|
32094 |
meubelmakersvak |
meubelmakersstiel:
miǝbǝlmē̜kǝrsstil (Q083p Bilzen)
|
Het vak van meubelmaker. [N 55, 171c]
II-12
|
32101 |
meubelplaat |
blokplaat:
blǫkplǭt (Q083p Bilzen),
lamellé:
lámǝlē (Q083p Bilzen)
|
Plaathout dat opgebouwd is uit twee dekplaten van een dunne laag hout van de gewenste houtsoort met een vulling van latten blokken of staafjes die zodanig onderling en aan de dekplaten zijn verlijmd, dat het werken van het hout voorkomen wordt. Zie ook afb. 152. [N 56, 1b; N 56, 3-4]
II-12
|
20123 |
miauwen |
keken:
kɛ̄.kə (Q083p Bilzen),
miauwen:
miauwe (Q083p Bilzen)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] || miauwen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
24901 |
middag (s middags) |
noen:
noen (Q083p Bilzen),
nōēn (Q083p Bilzen)
|
middag [RND], [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
17839 |
middagdutje doen |
noenslapen:
noensloppe (Q083p Bilzen),
noensloppen gon (Q083p Bilzen)
|
een middagdutje doen [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
noen, de -:
noen (Q083p Bilzen),
noeneten:
nūnɛtə (Q083p Bilzen),
’t noenaete (Q083p Bilzen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || verschillende maaltijden afhankelijk vantijd van de dag of van het jaar: 9 uur [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21979 |
middellangeafstandsvlucht |
halve fond:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
den (h)aave fao (Q083p Bilzen)
|
middellange afstandsvlucht (tussen 100 en 300 km)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22478 |
middelste kegel |
koning:
de keining (Q083p Bilzen),
de kièning (Q083p Bilzen),
de kiəning (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
34598 |
middelste rongblok |
middelste rom:
medǝlstǝ rum (Q083p Bilzen)
|
Middelste van de drie rongblokken van een hoogkar of een wagen. De woordtypen pulm, pulf, pulver, pulp en pul staan voor een specifiek rongblok, dat ter versteviging diende en geen rongen had. In het materiaal kwamen vaak benamingen voor die ook bij het meer algemene "rongblok" gegeven waren. Vanwege hun algemene karakter zijn die hier niet meer opgenomen. [N 17, 13b + 44h; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b]
I-13
|