e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onbewolkt klaar: kloër (Bilzen), kloür (Bilzen), klôâr (Bilzen), ps. de e staat wat hoger geschreven.  kloer (Bilzen) klaar, helder [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)] III-4-4
onderarmsuçon onderarmnaad: ondǝrɛ̄rǝmnuǝt (Bilzen), zijnaad: zājnuǝt (Bilzen), zijsuçon: zajsǝson (Bilzen), zājsǝsuŋ (Bilzen) Puntnaad die begint onder de oksel. [N 59, 94b] II-7
onderbroek onderbroek: onderbroek (Bilzen) Mannenondergoed [N 114 (2002)] III-1-3
onderdelen nummeren nommereren: numǝriǝrǝ (Bilzen), numeroteren: numǝrǝtiǝrǝ (Bilzen), tekenen: tēkǝnǝ (Bilzen) De onderdelen van een nummer voorzien, opdat de constructie later gemakkelijker in elkaar gezet kan worden. Zie voor het woordtype paren ook het lemma ɛparenɛ in Wld II.9, pag. 111.' [N 53, 207] II-12
ondergoed ondergoed: ondergoēd (Bilzen), onnergoed (Bilzen), eens in de was heet het: leivet  ondergoed (Bilzen) Ondergoed, het algemene, gewone woord voor de onderkleding. [N 114 (2002)] || Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)] III-1-3
onderhaam onderhaam: ondǝrhǭm (Bilzen) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhandelen commercen (<fr.): commerse (Bilzen) marchanderen [ZND 01 (1922)] III-3-1
onderhemd hemd: hiemme - hiemmes (Bilzen), himmə - himməs (Bilzen) hemd (enkelvoud - meervoud) [ZND 01 (1922)] || hemd, hemden [ZND 01u (1924)] III-1-3
onderkant van het brood onderste korst: ǫnǝrstǝ kǫs (Bilzen) [N 29, 54b; monogr.] II-1
onderkraag onderkol: onderkol (Bilzen), onderkraag: ondǝrkrǭx (Bilzen) Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b] II-7