30933 |
pasrozet |
patch:
patšǝ (Q083p Bilzen)
|
Ingezet stukje leer op de wreef van een zetlaars zodat deze passend gemaakt wordt. Volgens de informant van L 293 wordt deze pasrozet ter versterking gebruikt. [N 60, 34b]
II-10
|
18500 |
pasrozet [wld ii.10, p. 28] |
pat (<fr.):
Verkl. pàtsje.
pat (Q083p Bilzen)
|
Een ingezet stukje leer op de wreef van een zetlaars om deze passend te maken? (roset)? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
28844 |
passement |
biesje:
bīskǝ (Q083p Bilzen),
galon:
gǝluŋ (Q083p Bilzen),
passementlint:
pasǝmɛntlęnt (Q083p Bilzen),
passementlintje:
pasǝmɛntlęntšǝ (Q083p Bilzen)
|
Sierlint. Boordsel, band of snoer gebruikt tot versiering of omzoming van kledingstukken, meubelzittingen enz. Wat het woordtype galon betreft merken de informanten uit L 265 en L 298a op dat dit sierbandjes zijn met ingeweven figuurtjes of gouddraad erop. [N 62, 58c; N 62, 58b; N 62, 58d; MW]
II-7
|
18183 |
passen |
goed staan:
goēd ston (Q083p Bilzen),
mikken:
mekǝ (Q083p Bilzen),
mikke (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
passen:
pasǝ (Q083p Bilzen),
schoon mikken:
sjaun mikke (Q083p Bilzen),
schoon passen:
sjaun passe (Q083p Bilzen)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Hoe zegt U: het kledingstuk zal goed zitten [N 62 (1973)] || Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)]
II-7, III-1-3
|
28898 |
passpiegel |
mikspiegel:
mekspīgǝl (Q083p Bilzen),
passpiegel:
passpīgǝl (Q083p Bilzen),
spiegel:
spīgǝl (Q083p Bilzen)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
20749 |
pasteitje |
vid-tje:
viedeeke (Q083p Bilzen)
|
klein pasteitje, de niet gevulde vorm van deeg [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33561 |
pastinaak |
pastinaken:
pastinaoke (Q083p Bilzen)
|
pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
de pəstour (Q083p Bilzen),
pəs’towər (Q083p Bilzen),
m
pəstoͅər (Q083p Bilzen)
|
pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
23236 |
pastorie |
pastorie:
pəstrai (Q083p Bilzen)
|
De pastorij. [ZND 12 (1926)]
III-3-3
|
20685 |
patates frites |
frieten:
fritte (Q083p Bilzen)
|
patates frites [N 16 (1962)]
III-2-3
|