e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biaisband biais: bi-ję (Bilzen) Band van schuingeknipte stof met omgestreken kanten. Men gebruikt deze voor de afwerking van gebogen naden en zomen. [N 62, 59a; N 59, 41; N 59, 40a; N 62, 58c] II-7
bibberen beven: biéven (Bilzen), biêven (Bilzen), bibbelen: bibbele (Bilzen), bibellen (Bilzen), mən vīt bibbələn van də kā (Bilzen), bibberen: bibbere (Bilzen), beven wordt volgens de informant slechts weinig of niet gebruikt.  biiberen (Bilzen) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] || bibberen [ZND 01 (1922)] || mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)] III-1-2
bidden beden: bêën (Bilzen), de moes bŋën (Bilzen), dich moes bêen (Bilzen), gè moet bejjen (Bilzen) Bidden. [ZND 01 (1922)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Bilzen), vŋ gon biechten (Bilzen), wij gaan biechten (Bilzen), zich biechten (gaan): ve gaon os biechte (Bilzen), ve gaon os biechten (Bilzen) Biechten. [ZND 01 (1922)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: bieë (Bilzen), bieën (Bilzen), bijə (Bilzen), biên (Bilzen), bīə (Bilzen), hogen: héigen (Bilzen), om anderen hoger op te jagen  heigen (Bilzen) bieden [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
bier bier: bīēr (Bilzen), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bier (Bilzen), bīr (Bilzen) bier [RND], [ZND 06 (1924)] III-2-3
bierpap bierpap: bierpap (Bilzen) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep biersoep: biersop (Bilzen) soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep) [N 16 (1962)] III-2-3
bies strijp: strīp (Bilzen) Een reep leer in het algemeen. [N 60, 18a] II-10
bies [wld ii.10, p. 25] strijp: strīēp (Bilzen) Een reep leer in het algemeen? (bies) [N 60 (1973)] III-1-3