e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rakelen rakelen: ruǝxǝlǝ (Bilzen) De kolen in de oven los maken of uit de oven verwijderen met behulp van het rakelijzer. [N 98, 123; monogr.] II-8
rakelijzer ijzeren bol: ęjzǝrǝ bǫl (Bilzen  [(stang met driehoekige knots om sintels los te trekken)]  ), rakelijzer: ruǝxǝlęjzǝr (Bilzen), spik: spek (Bilzen), vuurschup: viršęp (Bilzen  [(om sintels uit het vuur te verwijderen)]  ), vuurspik: virspek (Bilzen  [(om de sintels te verwijderen)]  ) IJzeren staaf met een recht of gebogen uiteinde, waarmee de smid de omvang van het vuur regelt en sintels uit het vuur verwijdert. Zie ook afb. 11 en het lemma "rakelijzer" in Wld II.8, pag. 21. Het betreft daar een vergelijkbaar voorwerp dat door de pottenbakker wordt gebruikt. Zie voor het woordtype stochelijzer (Q 121, 121b) ook RhWb (VIII), kol. 720, s.v. ɛstochelnɛ, ɛstöchelnɛ, "das Feuer, den Ofen (...) schüren mit dem Schürhaken".' [N 33, 31; N 33, 32] II-11
rammelaar rammelaar: ne rammelêr (e rammeldeiske?) (Bilzen), rammelêr (Bilzen, ... ), raməlɛ̄r (Bilzen) het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1, III-3-2
rammenas rammenas: ramenas (Bilzen), ramənats (Bilzen) [ZND 41 (1943)] I-7
rampvlucht rampvlucht: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’n rampvlèch (Bilzen) een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)] III-3-2
rand rand: raŋk (Bilzen) De reep leer die men vastnaait aan de binnenzool en schacht en waaraan men later de zool bevestigt. Zie afb. 39. [N 60, 88a] II-10
rand [wld ii.10, p. 40] rand: rank (Bilzen) Een reep leer die, na eerst geschift te zijn, vastgenaaid wordt aan de binnenzool en schacht en waaraan later de zool wordt bevestigd? (rand, rabat?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
randmes steekmes: stę̄kmɛs (Bilzen) Het mes voor het afsnijden of afsteken van de randen of kanten. [N 60, 174b; N 60, 174c; N 60, 174a] II-10
randsteekmes uitsteekmesje: awtstę̄kmɛskǝ (Bilzen) Gereedschap waarmee men het overhangende leer aan de zool gelijkmatig afsnijdt. De antwoorden in dit lemma komen uit verschillende vragen. Het is mogelijk dat dit randsteekmes voor verschillende doeleinden wordt gebruikt en dat het daardoor ook van vorm kan verschillen. Zie afb. 52. [N 60, 116a; N 60, 117a; N 60, 174a] II-10
rank paard koetspaard: kutspīǝt (Bilzen), luxe paard: løks pīǝt (Bilzen) Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l] I-9