e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spotnaam voor hoge hoed tobhoed: het woord komt niet van top = sommet, maar van tob`", seau (emmer mar.: dus van "tobbe"??  tobhoed (Bilzen) hoge hoed, buis III-2-2
spouwmuur spouwmuur: spǫw[muur] (Bilzen) Muur die bestaat uit twee evenwijdige, door een smalle luchtruimte van elkaar gescheiden muurdelen. De spouw dient om het inwendige van een huis tegen temperatuursveranderingen en tegen vocht te beschermen. Ter ventilering van de spouw brengt men in de muur op regelmatige afstanden roosters aan. Een spouwmuur kan bestaan uit twee halfsteensmuren of een steensmuur en een halfsteensmuur. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 35a; monogr.] II-9
spreeuw spreeuw: spreif (Bilzen, ... ), sprēīf (Bilzen) spreeuw [Willems (1885)], [ZND 07 (1924)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
spreken, praten kallen: he kan dits kallen (Bilzen), kalle (Bilzen), niet te hel kalen (Bilzen) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] III-3-1
springen springen: sprenge (Bilzen), spreŋə (Bilzen), sprènge (Bilzen) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier springduur: sprɛŋdīǝr (Bilzen) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
springzaad kindje-roer-me-niet: eigenlijk: Impatiens noli-tangere  (k)idsje-rier-mich-nie (Bilzen) groot springzaad [DC 68 (1993)] III-4-3
sprinkhaan sprinkhaan: sprĕnkhāōn (Bilzen) sprinkhaan [Willems (1885)] III-4-2
sprokkelen (hout) rapen: (venkel)hoot raope (Bilzen), sprokkelen: sprokkele (Bilzen), vinkelhout rapen: (venkel)hoot raope (Bilzen) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] III-1-2
sprookje verhaal: verhaol (Bilzen), vertelseltje: vertelseke (Bilzen) hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)] III-3-1