31047 |
uitsteken |
uitsteken:
awtstę̄kǝ (Q083p Bilzen)
|
Het wegsnijden van alle uitstaande oneffenheden aan de rand van de binnenzool, de loopzool en de hak, met behulp van een randsteekmes. [N 60, 116b; N 60, 116c]
II-10
|
34590 |
uitstekende delen van de trekschei |
hanthaaf:
hantǝf (Q083p Bilzen)
|
De delen van de trekschei waaraan de strengen bevestigd worden. [N 17, 25b; N G, 58c]
I-13
|
29925 |
uitvoerder |
meester-werkman:
mēstǝrwɛrkman (Q083p Bilzen)
|
Persoon die in dienst van een aannemer of ambachtsman de leiding heeft over de uitvoering van een werk. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.]
II-9
|
17705 |
uitwerpselen |
kak:
kak (Q083p Bilzen),
keutel:
Droog.
kiëtel(e) (Q083p Bilzen),
schijt:
sjeit (Q083p Bilzen),
stront:
Plat.
stront (Q083p Bilzen)
|
uitwerpselen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
21133 |
uitwijken |
afzetten:
ǭ.f˲zętǝ (Q083p Bilzen),
opzij uitvaren:
ǫp˲zai̯ ǫu̯t˲vǭ.rǝ (Q083p Bilzen)
|
Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
31792 |
uitzagen |
uitzegen:
ǫwt˲zē̜gǝ (Q083p Bilzen)
|
Gedeelten uit het hout wegzagen om er zo versieringen in aan te brengen. Het aanzagen wordt meestal met behulp van een decoupeerzaag gedaan. Zie ook dat lemma. [N 53, 23a]
II-12
|
30051 |
uitzetplanken |
planken:
plaŋkǝ (Q083p Bilzen)
|
De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c]
II-9
|
25523 |
uitzeven van de zemelen |
builen:
bø̜̄jlǝ (Q083p Bilzen),
zeven:
zīǝvǝ (Q083p Bilzen)
|
Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.]
II-1
|
21387 |
unster |
waag:
voor alle balansen
n wooïg (Q083p Bilzen)
|
De Romeinse balans, bestaande uit een stok waarover een gewicht heen en weer geschoven wordt. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
17699 |
urine |
pipi:
Kindertaal.
pipi (Q083p Bilzen),
pis:
pis (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
water:
(euf.).
wotter (Q083p Bilzen),
Medic.
wotter (Q083p Bilzen),
zeik:
(vulgair).
zeek (Q083p Bilzen),
Vulgair.
zeek (Q083p Bilzen)
|
urine [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)]
III-1-1
|