17700 |
urineren |
de aardappels aflaten:
de iërappəl aoflotte (Q083p Bilzen),
de aardappels afschudden:
de iërappəl aofsjèdde (Q083p Bilzen),
gaan kijken of ik nog een mannetje ben:
Als men zich uit een gezelschap verwijderd.
ich gon kieken of ich nog e mênneke bèn (Q083p Bilzen),
gaan staan:
Als men zich uit een gezelschap verwijderd.
ich moet ens gon ston (Q083p Bilzen),
gaan waar de keizer te voet gaat:
Als men zich uit een gezelschap verwijderd.
ich gon boe de keizer te voet geet (Q083p Bilzen),
gaan waar de koning te voet gaat:
Als men zich uit een gezelschap verwijderd.
ich gon boe de koning te voet geet (Q083p Bilzen),
pipi doen:
Kindertaal.
pipi dōēn (Q083p Bilzen),
pissen:
pisse (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
zeiken:
(vulgair).
zeeke (Q083p Bilzen),
Vulgair.
zeeke (Q083p Bilzen)
|
urineren [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)]
III-1-1
|
22465 |
vaandel |
drapeau (fr.):
den drapau (Q083p Bilzen),
drapeau (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
schutterijvlag:
sjètteraajvlag (Q083p Bilzen),
vaandel:
en vāondel (Q083p Bilzen),
vlag:
de vlag (Q083p Bilzen),
vlag (Q083p Bilzen)
|
de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] || Vaandel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
34061 |
vaars |
eenwinter:
ē.wɛntǝr (Q083p Bilzen),
jaarling:
jīǝrleŋ (Q083p Bilzen),
vaars:
vi̯ɛi̯s (Q083p Bilzen),
vi̯ɛs (Q083p Bilzen),
vēǝs (Q083p Bilzen)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
schotelvod:
šeͅtəlvoͅt (Q083p Bilzen)
|
zo vet als een vaatdoek (schoteldoek) [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
28963 |
vademen |
in de/een naald(e) doen:
ęn dǝ nǫǝlžǝ dūn (Q083p Bilzen),
indoen:
ęndūn (Q083p Bilzen),
vamen:
vē̜mǝ (Q083p Bilzen)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20330 |
vader |
vader:
vaodər (Q083p Bilzen),
vòddər (Q083p Bilzen)
|
vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] || vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
33795 |
vagina, geslachtsorgaan van de merrie |
lijf:
lęi̯f (Q083p Bilzen),
lī.f (Q083p Bilzen)
|
Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40]
I-9
|
31737 |
vakman |
stielman:
stīlman (Q083p Bilzen)
|
Timmerman of meubelmaker die degelijk werk aflevert. [N 55, 168a-b; N 55, 197]
II-12
|
21968 |
valdeur aan duiventil |
spoetnik:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de spoetnik (Q083p Bilzen)
|
Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17822 |
vallen |
vallen:
vallen (Q083p Bilzen),
[~an]
vallen (Q083p Bilzen)
|
vallen [ZND m]
III-1-2
|