23028 |
voetbalwedstrijd |
match:
e matsjke (voêtballe) (Q083p Bilzen)
|
het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
19486 |
voetbankje |
bankje:
bɛŋkskə (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
schokje:
schommel-voetenbankje
šoͅkskə (Q083p Bilzen),
voetbankje:
vūt˂bɛŋkskə (Q083p Bilzen)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)] || voetenbank [N 56 (1973)] || voetenbank (soorten) [N 56 (1973)]
III-2-1
|
32184 |
voetensponde |
kleine kop:
klēnǝ kǫp (Q083p Bilzen)
|
De, al dan niet verwijderbare, plank aan het hoofeinde van een bed. [N 56, 178c]
II-12
|
33732 |
voetgangershek |
slagboom:
slagboom (Q083p Bilzen),
stegel:
stexǝl (Q083p Bilzen),
stīgǝl (Q083p Bilzen)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
18089 |
voetjicht |
pootje:
he het ət peitšə (Q083p Bilzen),
peitsje (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
hij heeft voetjicht (pootje, kozijntjes, enz.; Fr. goutte) [ZND 01u (1924)] || voetjicht [N 107 (2001)], [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
30509 |
voetpannen |
druppers:
drępǝrs (Q083p Bilzen),
euzepannen:
iǝspanǝ (Q083p Bilzen)
|
De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.]
II-9
|
22428 |
vogel op de schutsboom |
gaai:
gooj (?) (Q083p Bilzen),
vogel:
de voëgel (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
voëgel aofsjiete (Q083p Bilzen)
|
de houten vogel die afgeschoten moet worden [N 112 (2006)]
III-3-2
|
24268 |
vogel, algemeen |
gevogelte:
gevièigelte (Q083p Bilzen),
gevéegelte (Q083p Bilzen),
vogel (mv.):
voigel (Q083p Bilzen)
|
gevogelte [Willems (1885)], [ZND 35 (1941)] || vogel [Willems (1885)]
III-4-1
|
29659 |
vogeldragen |
vogeldragen:
vuǝgǝldrǭgǝ (Q083p Bilzen
[(afkomstig uit het gebied rond Boom)]
)
|
De bereide klei vervoeren en bij of op de vormtafel deponeren. Vroeger werd daartoe gebruikt gemaakt van de zgn. vogel, een houten bak met twee korte handbomen die op de nek gedragen werd. In later tijden werd de klei met behulp van een kruiwagen vervoerd. [N 98, 69; monogr.]
II-8
|
24269 |
vogelmest |
guano:
ook: mès
guaano (Q083p Bilzen),
mest:
ook: guaano
mès (Q083p Bilzen)
|
vogelmest (douane) [N 83 (1981)]
III-4-1
|