21268 |
volk (mensen) |
volk:
foͅlək (Q083p Bilzen)
|
volk [RND]
III-3-1
|
21533 |
volk (natie) |
volk:
voͅlk (Q083p Bilzen)
|
een volk [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
24271 |
volop veren krijgen |
vluggen:
vlègge (Q083p Bilzen)
|
volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bei̯r (Q083p Bilzen),
bei̯ǝr (Q083p Bilzen),
ber (Q083p Bilzen),
bēi̯r (Q083p Bilzen),
bęi̯ǝr (Q083p Bilzen)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
19412 |
vonk |
vonk:
vuŋk (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen)
|
vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
mŏĕmbər (Q083p Bilzen),
mŏĕmmər (Q083p Bilzen)
|
voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
30919 |
voorblad |
voorste:
viǝstǝ (Q083p Bilzen)
|
Het voorste gedeelte van het overleer. Dit kan bestaan uit één deel, het voorblad, of uit twee delen, de neus en het voorblad, enzovoorts. In dit laatste geval is het voorblad dus niet het allervoorste gedeelte van het bovenleer, maar het deel dat op de bovenkant van de voet ligt, vlak achter de neus. Zie afb. 20. [N 60, 23; N 60, 21c]
II-10
|
18443 |
voorblad [wld ii.10, p. 24-25] |
voorste, het -:
`t viëste (Q083p Bilzen)
|
Het voorste gedeelte van het overleer: de neus met de vleugels (voerblad, voorst, veursten?) Zie tek. 23. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
31942 |
voorboren |
voorboren:
vø̜rbuǝrǝ (Q083p Bilzen)
|
Met een dun boortje een gaatje boren, ten einde een geleiding te verkrijgen voor een dikkere boor of om te voorkomen dat het hout gaat splijten bij het spijkeren of schroeven. [N 53, 180b]
II-12
|
30275 |
voordeur |
buitendeur met opdekplanken:
bǫwtǝdiǝr męt˱ ǫp˱dękplaŋkǝ (Q083p Bilzen),
voordeur:
viǝrdiǝr (Q083p Bilzen)
|
Deur die aan de straatzijde toegang geeft tot het huis. [N 55, 24a; L 12, 5; monogr.; Vld.]
II-9
|