e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volk (mensen) volk: foͅlək (Bilzen) volk [RND] III-3-1
volk (natie) volk: voͅlk (Bilzen) een volk [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
volop veren krijgen vluggen: vlègge (Bilzen) volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)] III-4-1
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bei̯r (Bilzen), bei̯ǝr (Bilzen), ber (Bilzen), bēi̯r (Bilzen), bęi̯ǝr (Bilzen) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonk vonk: vuŋk (Bilzen, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: mŏĕmbər (Bilzen), mŏĕmmər (Bilzen) voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voorblad voorste: viǝstǝ (Bilzen) Het voorste gedeelte van het overleer. Dit kan bestaan uit één deel, het voorblad, of uit twee delen, de neus en het voorblad, enzovoorts. In dit laatste geval is het voorblad dus niet het allervoorste gedeelte van het bovenleer, maar het deel dat op de bovenkant van de voet ligt, vlak achter de neus. Zie afb. 20. [N 60, 23; N 60, 21c] II-10
voorblad [wld ii.10, p. 24-25] voorste, het -: `t viëste (Bilzen) Het voorste gedeelte van het overleer: de neus met de vleugels (voerblad, voorst, veursten?) Zie tek. 23. [N 60 (1973)] III-1-3
voorboren voorboren: vø̜rbuǝrǝ (Bilzen) Met een dun boortje een gaatje boren, ten einde een geleiding te verkrijgen voor een dikkere boor of om te voorkomen dat het hout gaat splijten bij het spijkeren of schroeven. [N 53, 180b] II-12
voordeur buitendeur met opdekplanken: bǫwtǝdiǝr męt˱ ǫp˱dękplaŋkǝ (Bilzen), voordeur: viǝrdiǝr (Bilzen) Deur die aan de straatzijde toegang geeft tot het huis. [N 55, 24a; L 12, 5; monogr.; Vld.] II-9