e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
compagnie compagnie (fr.): coempanie (Bilzen) compagnie [ZND 01 (1922)] III-3-1
congregatie congregatie: coenkregrasie (Bilzen) Congregatie. [ZND 01 (1922)] III-3-3
constateren aftrekken: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  aoftrèkke (Bilzen) het neerdrukken van een knop of hendel om de tijd op te tekenen? [N 93 (1983)] III-3-2
contraprofiel conterprofiel: kǫntǝrprǫfel (Bilzen) Het spiegelbeeld van het profiel van een lijst. [N 55, 162] II-12
contrefort contrefort: kǫntrǝfǭr (Bilzen) Het stijve stuk leer dat tot meerdere stevigheid in de schacht wordt vastgekleefd, aan de hielkant, tussen leer en voering. "De contreforts (stijven) snijdt men steeds zoo dat zij den hiel omsluiten en zij mogen niet hooger of lager zijn, dan hun bestemming vordert. Te hooge contreforts schuren tegen den buitenenkel, te lage geven geen vastigheid, geen stand. Ook moeten zij van geschikte lengte zijn, n.l. dat zij behoorlijk tot v√≥√≥r de hak in het hol reiken. Boven schalmt men de contreforts goed af, wat naar onderen toe minder het geval mag zijn. Ook zorge men dat de contreforts boven het nodige slot hebben, zoodat zij goed tegen de leest aanliggen." (Kn√∂fel I, pag. 194). Zie afb. 36. [N 60, 80] II-10
convoyeur convoyeur (fr.): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de kaovejeûr(s) (Bilzen) de persoon die de duiven begeleidt naar de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
coupenaad, figuurnaad coupenaad: kupnoǝt (Bilzen) Vormgevende naad. Naad die door de coupe bepaald wordt. [N 62, 19] II-7
coupeur coupeur: kupø̄r (Bilzen) Knipper of kleermaker die de maat neemt en de stof snijdt. [N 59, 197b] II-7
crimineel crimineel: crimeneel (Bilzen), crimineil (Bilzen) crimineel [ZND 01 (1922)] III-3-1
cr√äpe crêpe: kręp (Bilzen) Gekroesd, niet glanzend weefsel van linnen draden. Men mag deze stof niet of nauwelijks strijken. [N 62, 76; N 59, 201; N 62, 75c; N 62, 75d; MW; monogr.] II-7