e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
aftrekken aanmelken:   aftrɛkǝ (Tessenderlo), aantrekken:   āftrękǝ (Heel), afdingen:   -ftrɛkə (Maastricht), aa.ftrèkke (Maasniel), aaftrekke (Heerlen, ... ), aaftrikke (Vlodrop), aaftrèkke (Sittard, ... ), aoftrèkke (Maastricht), afhuiden:   āftrēkǝ (Weert), āftrękǝ (Opglabbeek), āftrɛkǝ (Herten), āftrɛkǝn (Maasbracht), aflaten, afdraaien:   ǭftrękǝ (Bilzen), afscheuren, afritsen:   aaftrekke (Hoensbroek, ... ), aaftrèkke (As, ... ), āāftrekke (Ten-Esschen/Weustenrade), afschieten, ontsteken:   āftrɛkǝ (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]), afstrijken:   āftrę ̞kǝ (Elsloo), aftekenen met behulp van een kruishout:   aftrękǝ (Ottersum), ǭftrękǝ (Bilzen), aftrekken:   áǝftrękǝ (Wellen), āftrękǝ (Horn, ... ), āftrɛkǝ (Stramproy), ǭftrękǝ (Maastricht), aftrekken (met de hand):   āftrekǝ (Oost-Maarland), āftrɛkǝ (Haelen, ... ), aftrekken, uitwinnen:   aftrękǝ (Achel, ... ), aftręʔǝn (Lommel), ǫ.ftrękǝ (Zonhoven), afzeilen:   aftrękǝ (Gennep, ... ), āftrękǝ (Leunen, ... ), behang afdoen:   āftrękǝ (Buchten, ... ), bietenplantjes uitdunnen:   aftrękǝ (Beringen, ... ), āftrekǝ (Vlodrop), āftrē̜kǝ (Meers, ... ), āftrękǝ (Berg, ... ), constateren:   klòk aaftrekkə (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  aoftrèkke (Bilzen), de duivenklok afstemmen op de moederklok:   aaftrekke (Houthalen), aaftrekkə (As), aftrekken (Tongeren), aoftrekke (op moederklok) (Jesseren), de klok aaftrèkken (Eisden), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de klok aoftrèkke (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  aa.ftrèkke (Zolder), de duivenklok gelijkzetten met de moederklok:   aaftrekkə v.d. klòkkə (As), aoftrekken (Jesseren), de gummiring afnemen:   aaftrèkke (Geleen), aftreͅkə (Meijel), een huis uitzetten:   aftrɛkǝ (Berverlo), een pak slaag geven:   aaftrekke (As), het kalf afdraaien:   aftrøkǝ (Herk-de-Stad), aftrękǝ (Halen, ... ), aftrɛkǝ (Doetinchem, ... ), aftrɛkǝn (Achel), ãtrɛkǝ (Gelieren Bret), āftrękǝ (Maaseik), āftrɛkǝ (Bree, ... ), āftrɛkǝn (Hamont), ǫftrekǝ (Riksingen), ǫi̯ftrekǝ (Tongeren), ǭftrekǝ (Oost-Maarland), ǭftrē̜kǝ (Hoeselt), ǭftrękǝ (Hoeselt), ǭftrɛkǝ (Gronsveld, ... ), houtskool verwijderen:   āftrękǝ (Maaseik, ... ), klam trekken:   āftrɛkǝ (Klimmen), kolven afstropen:   aftrekken (Schinveld), koud aftrekken:   aftrekken (Lommel), loof van de bieten afplukken:   aftrękǝ (Berverlo), āftrękǝ (Overpelt), ǭftrękǝ (Gelieren Bret), mais oogsten:   aftrekken (Diepenbeek, ... ), au̯ftrɛkǝ (Sint Pieter, ... ), āftrɛkǝ (Tungelroy), āftrɛʔǝ (Lommel), masturberen:   (aaftrekke) (Ell), (zich) aaftrèkke (Zolder), aaftrekke (Bocholtz, ... ), aaftrèkke (Ell, ... ), aftrekke (Afferden, ... ), aftrekke ? (Maasbracht), aftrekken (Oirlo), aoftrekke (Maastricht), aoftrèkke (Bilzen, ... ), āāftrékke (Lutterade), āftrekkə (Nuth/Aalbeek), oaftrekken (Diepenbeek), mest van de kar aftrekken:   átrękǝ (Blitterswijck, ... ), ā.ftrękǝ (As, ... ), ā.ftrękǝn (Neerpelt), āftrękǝ (Born, ... ), ǭ.ftrękǝ (Beverst, ... ), ˙āftrękǝ (Baexem), (zonder opgave van een object)  aftrękǝ (Zelem), nagels verwijderen:   aftrekken (Kerkrade), aftrɛkǝ (Ottersum), āftrɛkǝ (Herten), omheinen:   ǭftrɛkǝ (Zepperen), opklaren: aftrekke  àftreͅkə (Peer), peulvruchten afhalen: aaftrekke  ōͅftrɛkə (Zepperen), ringen, randen verwijderen van peulvruchten:   aaftrikke (Eys), aoͅftrɛkə (Bevingen), schrapen:   āftrękǝ (Bleijerheide), trekken en talmen: Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  aoftrèkke (Maastricht), uiteenploegen:   aftrękǝ (Gingelom), veevoer verzamelen:   āftrekǝn (Mesch), āftrękǝ (Dieteren, ... ), verlagen:   aaftrekke (Houthem, ... ), van de pries aaftrékke (Limbricht), vloeken:   inə aftrékə (Loksbergen), weinig voederen:   aftrèkke (Meijel), zeil minderen:   aftrekken (Beesel, ... ), aftrękǝ (Keent, ... ), āftrękǝ (Ell, ... ) I-1, I-11, I-4, I-5, I-7, I-8, II-1, II-10, II-12, II-2, II-3, II-5, II-8, II-9, III-1-2, III-2-2, III-2-3, III-3-1, III-3-2, III-4-4