e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdingen afbieden: -fbe:jə (Maastricht), aaf-bie-ë (Bleijerheide), aafbejen (Elen), aafbieën (Eigenbilzen, ... ), aafbéje (Bree), afbējə (Lozen), afbieden (Leopoldsburg, ... ), afbījə (Herk-de-Stad), afbīən (Kwaadmechelen), āfbēijə (Maaseik), āfbiən (Houthalen), āfbīən (Helchteren), āvbīən (Eksel), ōͅfbijə (Veulen), ōͅfbījə (Beverst), àfbīējə (Loksbergen), (koper).  afbieden (Meeuwen), ps. niet omgespeld!  afbiə (Rummen), ps. omgespeld volgens Frings.  āfbēnə (Teuven), āfbeͅjə (Hasselt), āfbijə (Kaulille), āfbījən (Hamont), āvbējə (Lanklaar), āvbiə (Hasselt), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄āfbijən (Neerpelt), afdingen: aafdinge (Merkelbeek), aafdènge (As), afdeŋə (Beverlo, ... ), afdingen (Meeuwen), afdiŋə (Meldert), aofdinge (Maastricht), aufdeŋə (Tongeren), ā.fdeŋə (Hasselt), āāfdīngə (Nieuwenhagen), āfdeŋə (Bree), ofdiŋə (Bilzen), oͅfdeŋə (Tongeren), ááfdingə (Venlo), ps. omgespeld volgens Frings.  afdeŋə (Wintershoven), afdoen: aafdoeë (Heerlen, ... ), aafdoon (Obbicht), avdūn (Lanklaar), affoetelen: aaffŏĕtele (As), afhoetelen: aafhŏĕdele (As), afluchsen (<du.): aafloekse (Herten (bij Roermond)), afpegelen: aofpeigele (Maastricht), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  aofpeegele (Eijsden), afpegeren: aafpégere (Gulpen), ááfpeegərə (Epen), afpingelen: (af)pingele (Oirlo), aaf pingele (Mechelen, ... ), aafpengelen (Velden), aafpingele (Blerick, ... ), aafpingelen (Born, ... ), aafpingelle (Klimmen, ... ), aafpingelə (Doenrade), aafpingkələ (Holtum), aafpingulu (Brunssum), aafpingələ (Beesel, ... ), afpingele (Oirlo, ... ), afpingelen (Echt/Gebroek, ... ), aofpingele (Gronsveld, ... ), aofpingelen (Noorbeek, ... ), aofpingələ (Maastricht), aofpèngele (Gronsveld), āāfpingele (Schimmert), āfpiŋələn (Kerkrade), ōͅfpiŋələ (Berg), o͂ͅfpeŋəla (Tongeren), ààfpingələ (Susteren), ááfpingele (Swalmen), ááfpingələ (Heel, ... ), ‧āfpe.ŋələ (Eys), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  aafpingele (Ulestraten), Note v.d. invuller (zie ná vraag 142):  aafpingele (Hoensbroek), Opm. de aa gerekt uitspreken.  aafpingele (Tegelen), Opm. spelling Veldeke.  aofpingele (Maastricht), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  āāfpingele (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  (af)peŋələ (Bocholt), afpeŋələ (Sint-Truiden), afpeͅŋələ (Niel-bij-St.-Truiden), afpəŋələ (Herk-de-Stad), āfpenkələ (Lanklaar), āfpeŋələ (Bree, ... ), āfpeͅnələ (Mechelen-aan-de-Maas), a͂fpeŋələ (Zichen-Zussen-Bolder), ōͅfpeŋələ (Hoeselt, ... ), ōͅfpeͅŋələ (Borgloon), ōͅfpeͅŋəl’n (Diepenbeek), ōͅfpiŋələ (Tongeren), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de ‹ staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  ōͅfpiŋələ (Ketsingen), ps. omgespeld volgens IPA.  afpeŋələn (Achel), a͂fpeŋələ (Overpelt), ōͅfpiŋələ (Tongeren), ōͅf’peͅŋələ (Gelinden, ... ), afpitsen: aafpitsje (Mechelen), ààfpitsjə (Heerlen), ps. omgespeld volgens Frings.  āfpetšə (Teuven), ps. omgespeld volgens IPA.  āfpīəsə (Rotem), afprengelen: afprengele (Meijel), ps. omgespeld volgens Frings.  afpreͅŋələ (Halen), āfpreͅŋgələ (Lummen), āfpreͅŋələ (Maaseik, ... ), afpronselen: Van Dale: pronselen (gew.), 1. knoeien, broddelen; -2. ruilen, kwanselen.  ōͅfpronsələ (Borgloon), aftengelen: ps. omgespeld volgens Frings.  āfteͅŋələ (Opglabbeek), aftrekken: -ftrɛkə (Maastricht), aa.ftrèkke (Maasniel), aaftrekke (Heerlen, ... ), aaftrikke (Vlodrop), aaftrèkke (Sittard, ... ), aoftrèkke (Maastricht), aftroggelen: aaftroggele (Sittard), aftroggele (Wijlre), aoftroggelen (Wijk), ps. omgespeld volgens Frings.  āftrøͅgələ (Maaseik), bieden: bījə (Hoepertingen), In den zin van op den prijs afdingen.  biejə (Kermt), chipoteren (<fr.): sjippotteere (Klimmen), dingen: deŋə (Opoeteren), drukken: drökke (Kinrooi), handelen: handele (Weert), hengelen: hengele (Obbicht), joden: judde (Meerlo), melken: melleke (Oirlo), op de buidel zitten: op den buul zitten (Blerick), pegelen: peegele (Oost-Maarland), peigelle (Klimmen), pegeren: peigere (Klimmen), pingelen: pae.ŋələ (Opgrimbie), pengele (As, ... ), peŋələ (Martenslinde), piengele (Wellen), pin-gələ (Maastricht), pingele (Amby, ... ), pingelen (Blerick, ... ), pingelə (Gennep, ... ), pingəllə (Grevenbicht/Papenhoven), pingələ (Heer, ... ), pingələn (Urmond), pinkele (Ell, ... ), pinkələ (Kapel-in-t-Zand), pīngələ (Heerlen), pèngele (Wellen), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  pin-gele (Maastricht), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  pingele (Welten), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld volgens Veldeke, zoals opgegeven als spellingssysteem).  pīngele (Boeket/Heisterstraat), ps. omgespeld volgens Frings.  pengələ (Kermt, ... ), peŋkələ (Ophoven, ... ), peŋələ (Opglabbeek, ... ), peͅiŋələ (Borgloon), peͅŋkələ (Waterloos), peͅŋələ (Diepenbeek, ... ), piŋkələ (Velm), piŋələ (Hasselt, ... ), pīŋkələ (Opheers), ⁄pēŋələ (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "n"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  pin~ələ (Oud-Waterschei), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de i staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  piŋələ (Ketsingen), prengelen: prengele (Velden), ps. omgespeld volgens Frings.  praŋələ (Zelem), preͅŋələ (Bocholt, ... ), preͅŋələn (Lommel), ⁄prēͅŋələ (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄preͅŋələn (Neerpelt), Van Dale: prengelen, (gew.) 1. zaniken, dwingen; -2. pingelen.  prèngələ (Loksbergen), prikken: ps. omgespeld volgens Frings.  prīkə (Kinrooi), scherp handelen: sjerp handele (Panningen), sjachelen: sjachele (Roermond), sjacheren: sjachere (Hoensbroek), tengelen: ps. omgespeld volgens Frings.  teŋjələ (Rotem), vgl. WBD III, 3.1 (pag. 59): tengelen: Retie.  tenkele (Baarlo), tentelen: tensjele (Stokkem), tentjelen [teͅn`t`ələ} (Meeswijk), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  tentele (Ulestraten), trengelen: tringele (As), ps. omgespeld volgens Frings.  treŋələ (Spalbeek), troggelen: ps. omgespeld volgens Frings.  tregələ (Gelieren/Bret, ... ), viltsen: WNT: viltsch, vilsch. Van vilt (II) met -sch. Van den aard van of als van een vilt; vrekkig, gierig, schraperig.  velse (Neer), weiniger bieden: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  wienige beeje (Welten), zeveren: ps. omgespeld volgens Frings.  zēͅi̯vərə (Waterloos) afdingen [ZND A1 (1940sq)], [ZND m], [ZND m] || beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] || marchanderen [ZND 01 (1922)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1