id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
19283 | hengelen | aarzelen: hingele (Beegden), cf. WNT VI, kol. 573, s.v. "hengelen"2. zeurig of doelloos gaan hingele (Stevensweert), afdingen: hengele (Obbicht), ijsberen: hingele (Roosteren), pompen: hɛŋǝlǝ (Venlo), schokschouderen: hingele (Dieteren), slenteren: lupjt te hingele (Herten (bij Roermond)), treuzelen: hingele (Beegden) II-1, III-1-2, III-1-4, III-3-1 |