id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22126 | de ring in een kapsule stoppen | in het potje steken: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w. èn ’t pètsje staeke (Bilzen) | de ring in een ijzeren kapsule stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2 |
31859 | de schaaf afstellen | stellen: stęlǝ (Bilzen) | De onderdelen van de schaaf zo instellen, dat er gewerkt mee kan worden. Het belangrijkste hierbij is het juist aanbrengen van de schaaf- en de keerbeitel in de schaafbek. [N 53, 111a] II-12 |
31861 | de schaaf fijner afstellen | fijner zetten: fājnǝr zętǝ (Bilzen) | De schaafbeitel minder ver door de zool laten uitsteken, zodat er bij het schaven minder hout wordt weggehaald. [N 53, 111c] II-12 |
31860 | de schaaf grover afstellen | grover zetten: gruǝvǝr zętǝ (Bilzen) | De schaafbeitel verder door de zool laten uitsteken, zodat er bij het schaven meer hout wordt weggehaald. [N 53, 111b] II-12 |
31898 | de scherpe kanten afschuren | afronden: ǭfrondǝ (Bilzen), de hoek breken: dǝn (h)uk˱ brē̜kǝ (Bilzen), de kant breken: dǝ kant˱ brē̜kǝ (Bilzen) | De scherpe kanten van bijvoorbeeld een plank door schuren afronden. Daardoor kan men zich minder snel aan het hout bezeren en is er een kleinere kans op beschadigingen. [N 53, 155d; N 53, 237d] II-12 |
33926 | de staart couperen | kappen: kapǝ (Bilzen) | Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9 |
34273 | de stal uitmesten | uitmesten: ou̯.tmęstǝ (Bilzen), ǫu̯tmęstǝ (Bilzen) | De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11 |
30966 | de steek doortrekken | mis steken: mes stę̄kǝ (Bilzen), te locht steken: tǝ lox stę̄kǝ (Bilzen) | Bij het klieven door het leerwerk heen steken. [N 60, 60] II-10 |
18062 | de stuipen hebben | convulsies hebben: de konvulzjes hébbe (Bilzen), de stuipen hebben: de steipe hébbe (Bilzen), de stuipjes hebben: Van kinderen. de steipkes hébbe (Bilzen) | stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (stuipen, stuiptrekken, begaovings, spinneweven). [N 107 (2001)] III-1-2 |
29608 | de teellaag afgraven | zwarte grond afdoen: zwatǝ grǫnt˱ ǭf˱dūn (Bilzen) | De aarde boven de kleilaag verwijderen. In Q 83 werd de laatste zandlaag vermengd met de kleilaag. [N 98, 19; monogr.] II-8 |