e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stomverbaasd verstomd: verschtomd (Bingelrade) verstomd [SGV (1914)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: schtouf (Bingelrade) stoof [SGV (1914)] III-2-1
stoomboot stoomschip: schtoumscheep (Bingelrade) stoomboot [SGV (1914)] III-3-1
stop voor fles of kruik stop: schtop (Bingelrade) stop [SGV (1914)] III-2-1
stoten stoten: schtoote (Bingelrade) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stoven stoven: schtouve (Bingelrade, ... ) stoven (ww.) [SGV (1914)] III-2-3
straat straat: stroat (Bingelrade) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straf geven straf geven: schtroaf gêve (Bingelrade), straffen: schtroave (Bingelrade, ... ) straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)] III-2-2
streng strang: štraŋk (Bingelrade) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] II-7
streng (bn.) strang: schtrang (Bingelrade) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4