e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondergoed onderkleren: onger klejjer (Bleijerheide) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
ondergronds ondenin: oŋǝne (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), oŋǝnen (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), onderaardig: oŋǝrērdix (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), oŋǝrēǝdiš (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] II-5
onderhaam onderhaam: oŋǝrhām (Bleijerheide) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhemd hemd: hemme (Bleijerheide), zweetkieltje: šwēskēlšǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het hemd dat onder het flanellen mijnhemd wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 202 mocht dit hemd op de Oranje-Nassaumijnen I, III en IV niet uitgetrokken worden. [N 95, 60 add.] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] II-5, III-1-3
onderjurk onderrok: ongerrok (Bleijerheide) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkabel onderzeel: oŋǝrzēl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), slodderzeel: šlǫdǝrzēl (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderkraag onderkraag: oŋǝrkrāx (Bleijerheide) Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b] II-7
onderkussen, peluw hoofdpeluw: hø&#x0304pəl (Bleijerheide), kijl: kai̯l (Bleijerheide), kijlkussen: kai̯lkøsə (Bleijerheide) peluw || schuine peluw III-2-1
onderlaagpapier onderlaagpapier: oŋǝrlāxpapīr (Bleijerheide) Het grauwe papier dat op de dakbeschieting wordt bevestigd. [N 64, 155a] II-9
onderlip onderlip: ongərlip (Bleijerheide), ongərlìp (Bleijerheide), onderste lip: öngəschtə lip (Bleijerheide) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1