19720 |
woonkamer, huiskamer |
woon-zimmer:
wuəntsemər (Q121c Bleijerheide)
|
woonkamer
III-2-1
|
30806 |
worm- en horzelgat |
steek van paardshorezen:
štex van pęǝtshorǝzǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Gat in het leer, veroorzaakt door een horzelsteek. Runderhorzels leggen hun eieren in de huid van de koe. Als de larven er weer uit zijn gekropen, blijft er een klein gaatje over, dat weliswaar weer dichtgroeit, maar toch altijd een zwakke en lelijke plek in het leer blijft geven (Liedmeier, pag. 2). Steken van andere insecten kunnen dezelfde kwaliteitsverminderende invloed op het leer hebben. [N 60, 7b; N 36, 7]
II-10
|
20853 |
worst |
worst:
Verklw. wüesj-je
woeësj (Q121c Bleijerheide)
|
worst
III-2-3
|
25450 |
worst maken |
worst(en) maken:
wuǝš māxǝ (Q121c Bleijerheide)
|
De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.]
II-1
|
20709 |
worstenbroodje |
vleesbroodje:
vleesj-bruuëtsje (Q121c Bleijerheide),
worstbroodje:
worst-broodjes
woesj brüudjere (Q121c Bleijerheide)
|
verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25451 |
worstvlees en -vet kleinmaken |
hakken:
hakǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.]
II-1
|
24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
wót’sel (Q121c Bleijerheide)
|
wortel
III-4-3
|
24633 |
wortel schieten |
wotselen:
wót’sele (Q121c Bleijerheide)
|
wortel schieten
III-4-3
|
20733 |
wortelenvlaai |
moerenvladem:
moeëre-vlaam (Q121c Bleijerheide)
|
Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33563 |
worteltje |
moortjes:
muurchere (Q121c Bleijerheide)
|
De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)]
I-7
|