e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duimsteen duim van het deurgeheng: dum van ǝt˱ dȳrjǝhɛŋ (Bleijerheide) Stuk hardsteen waarin de duim voor raam- of deurhengsels is bevestigd. Vgl. afb. 56. Zie voor het woorddeel 'toren-' ook de toelichting bij het lemma 'Duim'. [N 32, 13b; monogr.] II-9
duimstok voetmaat: vosmǫas (Bleijerheide), zollstock: tsǫlštǫk (Bleijerheide) Vouwbare maatstok waarvan de vier delen ieder vijfentwintig cm lang zijn. Aan de uiteinden is elk deel versterkt met metaal. De metalen scharnieren van de duimstok bestaan uit ronde schijven die over elkaar draaien. De twee scharnieren in het midden zijn penvormig. Vroeger was de duimstok verdeeld volgens de duimschaal; tegenwoordig zijn uitvoeringen in gebruik met aan de ene kant een duimschaal en aan de andere kant een metrische schaal. Zie ook afb. 99. [N 53, 184a; monogr.] II-12
duivin, vrouwelijke duif zij: zij (Bleijerheide) duivin III-4-1
duizelig duizelig: düüzzelig (Bleijerheide) duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] III-1-2
duizendblad gerf: jerf (Bleijerheide), hazegerf: ha’zeejerf (Bleijerheide), schaapsgerf: sjoafs’-jerf (Bleijerheide) duizendblad III-4-3
duizendpoot duizendpoot: doe’zendpoeët (Bleijerheide), idiosyncr.  doezendpoeët (Bleijerheide) duizendpoot || duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
duizendschoon duizendschoon: doe’zendsjoeël (Bleijerheide) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) III-2-1
dunne sjaal zijden sjaaltje: zueje sjall-sje (Bleijerheide) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous zijden hoos: zieë hoase (Bleijerheide) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous treurhoos: trōerhoase (Bleijerheide) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3