18939 |
gereed |
gereed:
jereed’ (Q121c Bleijerheide),
paraat:
paraat (Q121c Bleijerheide),
vaardig:
veeëdig (Q121c Bleijerheide),
veë’dieg (Q121c Bleijerheide)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar, gereed
III-1-4
|
26729 |
gereedschap |
geschier:
gǝšiǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
jǝšiǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
getuig:
jǝtsyx (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.]
II-5
|
28151 |
gereedschap aan de ring doen |
getuig inslieten:
jǝtsyx enšlesǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Gereedschap aan de gereedschapsring doen. De uitdrukking "de pin derin houwen" werd volgens de invuller uit Q 15 ook gebruikt voor het werk beëindigen. [N 95, 763 add.]
II-5
|
28147 |
gereedschap inleveren |
[gereedschap] inleveren:
eliǝvǝrǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724]
II-5
|
25468 |
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt |
plankje:
plankje (Q121c Bleijerheide)
|
Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118]
II-1
|
31197 |
gereedschapsbak |
getuigkist:
jǝtsyxkes (Q121c Bleijerheide),
getuigzak:
jǝtsyx˲zak (Q121c Bleijerheide)
|
De bak of kist waarin het gereedschap bewaard wordt. Zie ook afb. 1. [N 64, 86a-b]
II-11
|
32001 |
gereedschapsgleuf |
werktuiglade:
węrǝktsyxlā (Q121c Bleijerheide)
|
De gleuf aan de achterkant van het werkbankblad, waarin gereedschap kan worden gelegd. Zie ook afb. 113. [N 53, 208b; monogr.]
II-12
|
27322 |
gereedschapskist |
getuigkist:
[getuig]kes (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.]
II-5
|
31747 |
gereedschapskist, gereedschapszak |
werktuigkist:
węrǝktsȳxkes (Q121c Bleijerheide)
|
De kist of zak waarin het gereedschap wordt opgeborgen als de timmerman op karwei gaat, bijvoorbeeld om een kapconstructie te plaatsen. [N 55, 179b; monogr.]
II-12
|
28146 |
gereedschapsmagazijn |
getuigmagazijn:
jǝtsyxmajazīn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia]),
jǝtsyxmajǝzīn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727]
II-5
|