18419 |
hals [wld ii.7, p.86] |
hals:
hoas (Q121c Bleijerheide)
|
Hoe noemt U: de hals van een kledingstuk (hals, nek?) [N 62 (1973)]
III-1-3
|
27543 |
halsdoek |
halsplag:
hǭsplak (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I]),
plag:
plak (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Het vierkant stuk stof dat de mijnwerkers als beschermmiddel tegen stof voor de mond of in de hals dragen. [N 95, 65; monogr.; Vwo 326; Vwo 868]
II-5
|
28949 |
halsgat |
halsring:
hoasreŋk (Q121c Bleijerheide)
|
Uitsnijding voor de hals bij het colbert. [N 59, 97]
II-7
|
27544 |
halsriempje |
halsriempje:
hǭsrēmšǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
lamperiem:
lampǝręjm (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Halsriem waar de mijnlamp aan hangt tijdens het klimmen in een schacht. [N 95, 881a; monogr.]
II-5
|
30538 |
halsring |
zinken wrong:
tseŋkǝ vrǫŋ (Q121c Bleijerheide)
|
De tegen de afvoerbuis gesoldeerde halve kralen of banden om de buis op de pijpbeugels te kunnen laten rusten. [N 64, 149a]
II-9
|
28958 |
halssuçon |
halssuçon:
halssezoŋ (Q121c Bleijerheide)
|
Volgens de informant van L 271 wordt deze suçon toegepast bij een voorovergaand figuur. [N 59, 94e]
II-7
|
33927 |
halster |
halster:
halstǝr (Q121c Bleijerheide)
|
Stel van leren riemen - eventueel touwen - of kettingen dat het paard om het hoofd heeft als het niet ingespannen is. Aan de halsterring wordt de lijn of ketting gehecht waarmee het paard in de stal of op de weide wordt vastgebonden of waarmee het wordt geleid. Op sommige plaatsen wordt de term halster ook gebruikt om het Hoofdstel of de Stalband aan te duiden. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2b, 2c; N 13, 18a; N 5 A II, 59e add.; monogr.]
I-10
|
30798 |
halve huid |
helft:
hęlf (Q121c Bleijerheide)
|
De helft (in de lengte) van een al dan niet gelooide huid. Zie afb. 1. [N 36, 3]
II-10
|
25266 |
halve mud, maat van 500 liter |
scheffel:
sjef⁄fel (Q121c Bleijerheide)
|
mud (half)
III-4-4
|
25261 |
halve pint, kwart liter, maat |
schop:
sjob(⁄be) (Q121c Bleijerheide)
|
kwart liter
III-4-4
|