20800 |
koken (tr.) |
koken:
Wat haste hü jekoach? E duppe in ¯t angert: afwijzend antwoord op een pottenkijker
ka’oche (Q121c Bleijerheide),
wellen:
De milch wel¯¯le
wel’le (Q121c Bleijerheide),
zwellen:
de mam sjwelt de eëpel, de noedele en ¯t jreuns
sjwelle (Q121c Bleijerheide)
|
aan de kook brengen || koken
III-2-3
|
28029 |
kolen sturen |
kolen schikken:
koǝlǝ šekǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Losgemaakte kolen op transport richting laadpunt sturen. [N 95, 203; monogr.]
II-5
|
28028 |
kolen, kool delven |
afbouwen:
āfbǫwǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
het pand deruit houwen:
ǝt paŋk drūs hǫwǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kolen loshakken:
koǝlǝ Iǫshakǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kolen losmaken:
koǝlǝ Iǫsmāxǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kolen maken:
koǝlǝ māxǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia]),
kolen schramen:
koǝlǝ šrø̜̄mǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kolen uithalen:
koǝlǝ ūshoǝlǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
kool bewerken:
koǝl bǝwerkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
pikkelen:
pekǝlǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Waterschei])
|
De koollaag losmaken of loshakken met behulp van de hak, de luchthamer en de koolschaaf. De woordtypen "hameren", "loshameren", "pikken", "pikkelen", "piqueren", "steken met de piqueur", "lospiqueuren" en "afpiqueuren" zijn specifiek van toepassing op het werken met de luchthamer. [N 95, 500; N 95, 501; N 95, 502; N 95, 201; N 95, 202; N 95, 203; monogr.; Vwo 28; Vwo 441; Vwo 562; Vwo 597; Vwo 745 div]
II-5
|
19636 |
kolengruis |
fijns:
fiŋs (Q121c Bleijerheide),
poef:
puf (Q121c Bleijerheide)
|
fijn kolengruis || kolengruis
III-2-1
|
19734 |
kolenkit |
kolenbak:
koͅaləbak (Q121c Bleijerheide)
|
kolenbak
III-2-1
|
27718 |
kolenkraan |
kolenkip:
koǝlǝkip (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden]),
kolenkraan:
koǝlǝkrān (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Laura, Julia]),
kōlǝkrān (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
[N 95, 37]
II-5
|
27712 |
kolenlaadstation |
baan:
bān (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden]),
verladung:
vǝrlāduŋ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma])
|
Het woordtype "kade" (Q 7) duidt op een punt waar kolen in schepen worden overgeladen en "bascule" (Q 7) op een laadpunt voor treinen. [N 95, 32]
II-5
|
19634 |
kolenschop |
kolenschup:
koͅaləšøp (Q121c Bleijerheide),
panneschup:
panǝšyp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
panǝšøp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
platte schup:
platǝ šøp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
kolenschop || Schop, bestaande uit een korte steel met kruk en een betrekkelijk groot blad. Met dit type schop worden de losgemaakte kolen op de transportband of de schudgoot geschept. Door de onduidelijke vraagstelling van vraag N 95, 751 ("Hoe noemt u een platte schop?") en vraag N 95, 752 ("Hoe noemt u een panneschop?") is een aantal opgaven uit dit lemma mogelijkerwijs ook van toepassing op de steenschop. De composita waarvan het eerste lid verwijst naar een steenschop zijn bijeengeplaatst in het lemma Steenschop. [N 95, 752; N 95, 751; monogr.]
II-5, III-2-1
|
19467 |
kolenslik |
filterschlamm (d.):
filtəršlam (Q121c Bleijerheide),
schlamm (d.):
šlam (Q121c Bleijerheide),
slam:
šla.m (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
šlam (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
droog kolenslik || kolenslik || Nat kolenstof of kolengruis, gebruikt als brandstof. [N 95, 466; monogr.; Vwo 689; Vwo 709; Vwo 715]
II-5, III-2-1
|
28204 |
kolenstof |
kolenstub:
koǝlǝštøp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma])
|
Grof of fijn stof afkomstig van de kolen. Het komt vrij bij het schieten, boren, het losmaken van kolen en andere werkzaamheden in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Omdat het kolenstof overbelasting van de longen kan veroorzaken, wordt het nadelig geacht voor de gezondheid. Het moet daarom zoveel mogelijk bestreden worden. Bij een bepaald percentage vluchtige bestanddelen in het kolenstof is het zeer explosief. [N 95, 769; monogr.]
II-5
|